15 FEBRUARI 1973 118 ANTWOORD Zaak is afgedaan in de vergadering van de raadsafdeling van 11 januari 1973 door de mededeling van wethouder van Graaf- eiland, dat de kwestie tijdens de begrotingsbehandeling per abuis in zijn portefeuille was beland. Wethouder van Dun is al geruime tijd doende, mede in samenspraak met de bouwverenigingen de aanleg van c. v. -installaties in bestaande woningwetwoningen te bevorderen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER: Zoals ik u reeds aangekondigd heb, is nu het initiatiefvoorstel aan de orde. 2. A.VOORSTEL INGEVOLGE ART. 17 VAN HET REGLEMENT VAN ORDE (INITIATIEFVOORSTEL) INZAKE DE GILDEWUK. De heer VAN DUIJL: Graag wil ik iets over dit voorstel zeggen. Het grootste gedeelte van onze fractie heeft aan de totstandkoming van dit initiatiefvoorstel meegewerkt. Dit werd gedaan mede tegen de achtergrond van mijn reactie op het feit dat men in de Gildewijk overging tot het slopen van een aantal woningen. Wij hebben dit gedaan in het licht van onze verantwoordelijkheid die wij als raadsleden menen te hebben ten aanzien van de woningnood in Breda, die zovele jaren na de oorlog nog altijd voortduurt. Wij meenden hier in deze vorm op te moeten reageren. De reden daartoe is dat wij van mening zijn dat deze woningen, hoewel zij op een plaats liggen die een vrij moeilijke situatie doet ont staan, in verband met de nog steeds heersende woningnood nog enige tijd in gebruik moeten blijven. De woningen zijn nog bewoonbaar en woningzoekenden kunnen hiermee geholpen worden. Op het ogenblik zijn er nog altijd 3.000 mensen in Breda als woning zoekenden ingeschreven. Wij moeten dan ook proberen om bewoonbare huizen zo mogelijk geruime tijd nog bewoonbaar te houden en die mensen daarmee te helpen die door hun woonsituatie met grote problemen zitten. Als u mij toestaat, wil ik hierbij tevens het zeer uitgebreide antwoord dat u heeft gegeven betrekken. Wij vinden het erg pret tig dat de voorzitter op een dermate uitgebreide wijze heeft ge reageerd. Wij zijn echter tevens van mening dat de raad aan de gedachtenwisseling die nu verder over de Gildewijk zal plaats vinden, behoort deel te nemen. Over de vorm waarin dat zou moeten geschieden, kunnen wij vanavond nog discussiëren. Ik meen ook dat het gemeentebestuur zijn volledige medewerking dient te ver lenen als bekeken wordt wat op dit moment te doen staat. Ik wil even ingaan op de huidige situatie. Op 10 januari j. 1. is men met de sloop van deze woningen begonnen; vrij snel daarna is de sloop stopgezet. Wij zijn nu ruim een maand verder. Persoonlijk vind ik het wel een beetje jammer, dat er op dit moment eigenlijk nog niets gebeurd is. Wij zijn wel gestopt met het slopen en er is wel een aantal besprekingen geweest, maar daadwerkelijk is er op dit moment nog niets gebeurd. Een aantal van mijn fractiegenoten en ikzelf zijn van mening dat wij over dit soort zaken niet te lang moeten praten. Wij hebben onze steun verleend aan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 118