123
15 FEBRUARI 1973
gedeeld dat onze fiactie dit voorstel, in verband me.t het feit
dat de motivering daarvan haar niet helemaal duidelijk was, niet
zou mede-ondertekenen. Daarnaast speelde uiteraard een rol het
feit, dat het niet zo belangrijk was of wij al dan niet zouden
mede-ondertekenen; wij veronderstelden immers dat het punt zon
der meer aan de agenda van vanavond zou worden toegevoegd.
Wij hebben ons op het standpunt gesteld, dat wij eerst het oor
deel van het PAK, van D'66 en van het college zouden willen
vernemen, alvorens wij een definitieve uitspraak hierover zouden
doen. Het is ons met helemaal duidelijk wat het verschil is tus
sen hetgeen het college in de vergadenng van 1 februari heeft
geformuleerd en hetgeen er in de brief aan de raad wordt gevraagd.
In de brief staat dat de ondertekenaars vaststellen dat 'de gemeente,
ingevolge de woningwet, gehouden is toezicht uit te oefenen op
bouwen, slopen, gebruik en onderhoud van woningen Dit is vol
komen terecht. Ik wil hier nog aan toevoegen dat wij de indruk
hebben dat ook het college het dagelijks bestuur van deze stad --
zich van die taak beslist wel bewust is. Er staat voorts dat de
gemeenteraad zich herhaaldelijk positief heeft uitgesproken over
haar verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting en haar priori
teitsstelling ten aanzien van het tegengaan van de woningnood
Ik kan evenmin discrepantie ontdekken tussen hetgeen hier gesteld
wordt en hetgeen het college in zijn beleidslijnen van de laatste
tijd nastreeft. Ook het college heeft duidelijk laten blijken dat
het zich ten aanzien van bijvoorbeeld renovatie nu geheel anders
opstelt dan een aantal jaren geleden. Dat ei vanuit verscheidene
groeperingen in de Bredase samenleving een beroep is gedaan op de
gemeente om deel te nemen aan het onderzoek" is het college
eveneens ten volle bekend, getuige het standpunt zoals het dat op
1 februari heeft geformuleerd. Het college heeft namelijk gezegd
dat het bereid is mee te werken aan elke bespreking die niet in
strijd is met de openbare orde. Hoe ik hei voorstel van het PAK
en van D'66 ook lees, ik kan mij nauwelijks voorstellen dat deze
fracties de raad zouden uitnodigen, bereidheid te tonen tot het
medewerken aan een bespreking die wel in strijd is met de openbare
orde. Wat dat betreft zie ik geen verschil. Men zou enige leden
van de gemeenteraad willen verzoeken om aan dit onderzoek mee
te werken. Ik vraag mij dan wel af, of dit verstandig is; wij heb
ben tenslotte zelf een dagelijks bestuur, een college van b. en w.
gekozen. Deze mensen zijn er qua tijd en qua equipage veel beter
geschikt voor om als gesprekspartners op te treden. Wij, raadsleden,
zijn in feite toch maar amateurs, en wat dat betreft moeten wij
op de tweede rang zitten. Ik vertrouw dat gesprek bepaald wel
aan het college toe. Dat de raad vervolgens over de gehele pro
blematiek en de afwikkeling daarvan rond de Gildewijk wordt in
gelicht, spreekt uiteraard vanzelf De raad kan ook op elk moment
inlichtingen daarover vragen, de raad kan het dagelijks bestuur op
elk moment ter verantwoording roepen over het gevoerde beleid.
Wanneer het college stelt dat het alleen wil medewerken aan die
oplossing, die niet strijdig is met de maatschappelijke verantwoor
delijkheid van de gemeente, vraag ik mij af of wij nu uitgenodigd
worden om mede te werken aan een oplossing die wel strijdig is
met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeente;
ook dat zie ik niet. Onze fractie heeft zich dan ook afgevraagd
wat zij er mee aan moest; het college legt feitelijk zelf al de