11 4 JANUARI 1973 in de begeleidingscommissie. Ik meen te mogen stellen dat deze be geleidingscommissie een groot aandeel heeft gehad in het totstandkomen van het nu voorliggende voorstel, want waar gaat het in wezen om? De last die Het Turfschip door zijn niet goed functioneren op de Bredase gemeenschap legt, is een ondraaglijke last geworden. Te grote bedragen ofwel financiële middelen moeten beschikbaar gesteld worden voor Het Turfschip. Deze grote financiële last belet in feite dat voldoende mid delen beschikbaar zijn voor andere, misschien urgenter zaken in Breda. Wij zijn dan ook van mening dat het niet moeilijk is een aantal zaken te noemen, die van uitermate groot belang zijn voor de Bredase gemeen schap. Ik kan niet nalaten een aantal zaken te noemen: renovatie, bouw van gemeenschapshuizen, sportaccommodatie, speelgelegenheden, gym zalen, instructiebaden enz. Tegen deze achtergrond en met de geringe speelruimte die de begroting biedt moet er met de schaarse financiële middelen gewoekerd worden. Het is onverantwoord nog langer grote be dragen voor Het Turfschip ter beschikking te stellen. Daarnaast kunnen wij veel begrip opbrengen voor degenen, die Het Turfschip gaarne zien als een goed functionerend gebouwencomplex voor de Bredase gemeen schap. Men zal zich echter moeten realiseren dat dit niet kan zonder financiële middelen. Het klinkt wellicht paradoxaal: enerzijds geen middelen meer beschikbaar, anderzijds middelen die er moeten zijn voor een goed functioneren. Om die reden wordt nu een andere vorm van ex ploitatie gekozen. Deze vorm biedt de mogelijkheid dat beide zaken tóch gehonoreerd kunnen worden. Wij kunnen ons niet geheel vereni gen met het gestelde in het advies van de culturele raad van 1 januari 1973, waarin deze raad aan het eind van de derde alinea stelt dat uw voorstel minder kansen voor de gemeenschapsactiviteiten in 1973 en daarna inhoudt. De reden hiervan is het feit dat op pagina elf van bijlage A in het midden van de vierde alinea duidelijk staat dat de tariefstelling in hoge mate concurrerend zou moeten zijn ten opzichte van andere ruimtebiedende gelegenheden. Dit betekent naar mijn op vatting dat de exploitant een soepele en concurrerende tariefstelling zal moeten hanteren, wil hij zichzelf niet uit de markt wijzen. Waar de culturele raad stelt dat in 1972 100. 000, -- aan versluierde subsidies werd verstrekt, zou de opmerking van veilig stellen van pachtersbelangen in een andere context geplaatst als volgt kunnen luiden: "een veilig stel len van de exploitatieuitkomsten in de oude vorm, waarin Het Turfschip werd geëxploiteerd". Dit betekent dat de financiële uitkomst van Het Turfschip, indien het bedrag niet was verstrekt, nog ongunstiger zou zijn geweest. De activiteiten, waarvoor het geld beschikbaar werd ge steld, hadden dan niet kunnen plaatsvinden. Wij kunnen ons voorstellen dat het tarief, ondanks een concurrerende tariefstelling, een beletsel zou kunnen zijn voor bepaalde gemeenschapsactiviteiten. Daarom zou den wij van uw college willen vernemen welke houding het zal innemen, als zich een dergelijke situatie voordoet. Wij zijn van mening dat goede activiteiten onze steun verdienen binnen het kader van de mogelijkheden. Vervolgens moet Het Turfschip ook een functie binnen de regio hebben. In dit verband zou meer belangstelling vanuit die hoek zeker gewenst zijn. Dit moet mede gezien worden tegen de achtergrond van het feit dat Breda in het totaal functioneren aangewezen is als centrum gemeente. Ten aanzien van de overeenkomst, bijlage D, wordt een toelichting gegeven over de manier, waarop het woord gemeente moet worden ge ïnterpreteerd. Wij kunnen ons hiermee verenigen, zij het dat wellicht een enigszins uitgebreidere toelichting mogelijk ware geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 11