15 FEBRUARI 1973 132 en Akzo gepraat hebben en dat wij tweemaal gepraat hebben met een aantal mensen die zich met de wijk bezig houden, zijnde het Katholiek Instituut voor Maatschappelijk Welzijn, het J. A. C.de bezetters, de stichting Bredaas Tehuis en de Sint Vincentiusvereni- ging. Tijdens die gesprekken is de raadsafdelmg voor openbare wer ken naar onze mening optimaal geihformeerd over het verloop van die gesprekken. Bij de tweede reeks gesprekken is de afdeling voor openbare werken zelfs aanwezig geweest. Het eerste deel van de gesprekken was duidelijk informatief; zij hadden ten doel een aan tal vragen van de verschillende groepen te inventariseren. De tweede reeks gesprekken was meer meningsvormend. In de beantwoording vindt u dan ook terug dat de meningsvorming van het college deug delijk op een aantal feiten is gebaseerd. Voor welke situatie ston den wij namelijk? In het gesprek met de Enka is een aantal alter natieven op tafel gelegd. Voor deze alternatieven lag de primaire verantwoordelijkheid duidelijk bij de Enka. Ik wil u die alternatieven niet onthouden. Het eerste alternatief was duidelijk, namelijk door gaan met slopen, dan wel het voornemen blijven uitvoeren. Het tweede alternatief was het slopen drie maanden op te schorten. Ik moet een correctie aanbrengen in hetgeen door een van de vragenstel' Iers naar voren is gebracht. Niet de gemeente, maar de directie van de Enka heeft het slopen stopgezet. Het tweede alternatief luidde dus, drie maanden te gaan studeren en te bezien wat de beste op lossing zou zijn. Het derde alternatief was dat de Enka bereid zou zijn het woningbezit, exclusief de ondergrond, om niet of voor een gering bedrag, aan de gemeente over te dragen. Dit is al vaker vertoond. Op de vierde plaats zou het ook mogelijk zijn dat dit zelfde woningbezit overgedragen zou worden aan een zogenaamde representatieve stichting. Een vijfde alternatief was, de slechtste huizen te slopen en het gesprek te beperken tot dat gedeelte van de Gildewijk dat kwalitatief nog het beste is. Dit is een aantal mogelijKheden die onderwerp van bespreking kunnen uitmaken. Op dat moment heeft het college iets gedaan dat aan duidelijkheid niets te wensen over laat en dat op voor hand de instemming van de raad zou kunnen hebben. Merkwaar dig genoeg wijzen met name de betogen van de heren Crul en Severens in een andere richting. Wij hebben gezegd dat wij be reid zijn tot elk gesprek, op elk moment en waar dan ook u "het gehad had willen hebben. Op voorhand spreken wij dan wel een aantal dingen met elkaar af. Wat wij in die drie of vier maan den of misschien een jaar -- van studie ook gaan doen kan nooit leiden tot een situatie die in strijd is met de openbare orde. Ik kom hiermee bij de beantwoording van de vragen van de heer Sandberg; met gedeelten van zijn betoog ben ik het volstrekt eens. De heer Sandberg moet niet de indruk hebben dat het hier gaat om vergaderingen die in strijd zouden zijn met de openbare orde. Wij willen ten eerste geen oplossing creëren die leidt tot een si tuatie die de openbare orde en de veiligheid in Breda in gevaar brengt. Ten tweede moeten wij niet medewerken aan een oplossing die leidt tot een situatie waarin wij onze publieke verantwoordelijk heid niet kunnen waarmaken. Heel duidelijk gesteld, de situatie moet niet zodanig zijn dat de Enka het hele bezit voor 1,-- kan verkopen, waarna de gemeente Breda de boeman moet zijn, omdat zij de bouwverordening moet toepassen en huizen moet dicht-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 132