139
15 FEBRUARI 1973
toevoegen: er zou alleen een gesprek op uitnodiging moeten plaatsvinden.
Voorzover mij bekend, is een dergelijke uitnodiging nog niet ontvangen.
Ik zie voor de gemeente geen mogelijkheid om zonder uitnodiging aan
het gesprek deel te nemen.
Wethouder VAN DIJN: Ik wil in het kort nog een aantal detailpunten
naar voren brengen. Mevrouw Van Nes vraagt van wie het initiatief is uit
gegaan. Ik zei namelijk dat het initiatief tot een gesprek met de Enka is
uitgegaan van het college. Dar is tweemaal het geval geweest. Het spijt
mij dat de Enka te laat was met de melding inzake de sloop. Ik heb de
raad slechts geïnformeerd over het exacte tijdstip waarop de melding is
binnengekomen.
De heer Van Caulil vraagt of het bestemmingsplan gewijzigd wordt.
Dat bestemmingsplan is door de raad goedgekeurd en kan alleen door de
raad gewijzigd worden. De bestemming daar ter plaatse is industrieter
rein en geen andere. De sloopvergunning wordt niet ingetrokken omdat
wij niets in te trekken hebben, er is immers alleen een mededeling aan
de gemeente nodig.
Ik kan mij niet herinneren dat er ooit een voorstel in de raad is
geweest om de 450. 000, -- waar de heer Severens over spreekt goed
te keuren. Wat er verder in de krant staat is voor rekening van degene
die het in de krant zet.
Tot slot wil ik namens het college een tweetal conclusies trekken.
Uit de betogen van de meerderheid van de raad begrijp ik dat wij na een
uur en drie kwartier praten net zo ver zijn als het college drie weken
geleden al was. Dit betekent dus dat er een uitnodiging zal uitgaan aan
degenen die zich bezig houden met de Gildewijk en een toezegging om
onder een viertal voorwaarden aan de gesprekken deel te nemen. Er be
staat nu nog slechts verschil van mening tussen het college enerzijds en
mevrouw Van Nes en de heer Crul anderzijds; dit betreft de financiële
clausule. Ik kan de verantwoordelijkheid voor het loslaten van die clau
sule niet op mij nemen. Het is een strikt onzakelijke redenering dat de raad
enerzijds akkoord gaat met het voorstel het eigen woningbezit in Breda te
renoveren en te verbeteren, terwijl daar al geen centen genoeg voor zijn,
en anderzijds op voorhand de financiële verantwoordelijkheid voor de
eigendommen van een ander wil dragen. Dit is volstrekt onverantwoord en
volstrekt onverstandig.
De VOORZITTER: Ik stel u voor de beraadslagingen over dit punt
te sluiten. Het is nu wel bekend dat het gaat om een initiatiefvoorstel,
waarin onder punt V. een drietal voorstellen wordt gedaan. Binnen de
raad bestaat er over de interpretatie van deze drie voorstellen enig ver
schil van inzicht. Er heerst bepaald verwarring over de vraag wat er
met bepaalde zaken wordt bedoeld» Ik stel voor het initiatiefvoorstel
over te nemen en met algemene stemmen te aanvaarden. Wij zouden
dit voorstel dan moeten zien in het kader van de beantwoording van de
vragen die door de heer Van Duijl gesteld zijn en die u dezer dagen
is toegezonden. Het gestelde onder punt V. 2. geeft u de waarborg,
dat u volledig en regelmatig zult worden ingelicht» Ik geloof dat de raad
van de gemeente Breda op deze wijze en op dit moment alles wat moge
lijk was gedaan heeft. Kunt u hiermee instemmen? Als dit het geval is
sluiten wij nu de discussie»
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel besloten.