15 FEBRUARI 1973 140 3, Bijlage nr. 36 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM A, DE STICHTING MEDISCHE SPORTKEURING OP TE HEFFEN B. DE MEDISCHE SPORTKEURING TE INCORPOREREN IN DE G. G„ EN G. Do De heer KRAMER: Het voorstel om de stichting medische sport keuring op te heffen en deze keuringen bij de G. G, en G, D. onder te brengen, lijkt oppervlakkig bezien onschuldig. Hierbij speelt echter de intrekking van de subsidie een niet onbelangrijke rol; het gaat om een bedrag van 25. 000, Het geheel is niet zonder communicatie stoornissen verlopen en mede daarom is dit voorstel in januari aange houden. Het moet mij van het hart dat m.i. de brief aan de sportver enigingen die de datum van 24 december 1972 draagt en waarin de mededeling staat dat er per 1 januari 1973 nieuwe tarieven van kracht worden, veel te laat verzonden is. Dat vraagt om onrust bij de vereni gingen, Naar mijn mening is toch het gezamenlijke doel dat de sport keuringen doorgaan en liefst op zo groot mogelijke schaal. Bij een tariefverhoging van 5, -- tot 13,75 - aanvankelijk zelfs tot 18,40 - ben ik erg bang dat het aantal keuringen sterk zal teruglopen. Dat zou funest zijn en dit zou dan een slecht voorbeeld van bezuinigen, zeker met betrekking tot de welzijnszorg, zijn. Onze fractie wil uw voorstel wel steunen, maar zij verbindt daar twee voorwaarden aan. Ten eerste zullen er zo spoedig mogelijk tarieven naar draagkracht moeten worden ingesteld. Ik wil dit wel even uitleggen. Ik bedoel daarmee dat er een wezenlijk verschil moet zijn tussen het tarief dat een scholier van bijvoorbeeld 19 jaar moet betalen en het tarief dat iemand van bijvoorbeeld 40 jaar, die gaat trimmen, moet betalen. Dit moet uiteraard in overleg met de sportstichting gebeuren. Ten twee de stellen wij het bijzonder op prijs tussentijdse informatie over het aantal keuringen te ontvangen, waarbij dan de relatie daarvan met het oude en met het nieuwe tarief zou moeten worden aangegeven. Als aan deze twee voorwaarden voldaan kan worden, gaan wij met het voorstel akkoord. De heer AMERICA: Bij dit voorstel doet zich een vrij indringend probleem voor. Bij de begrotingsbehandeling in november 1972 heb ik op een schriftelijke vraag - zie het vraag- en antwoordboek, vraag 265 - een antwoord gekregen dat mijn besluitvorming inzake het stop zetten van de subsidie heeft beïnvloed. In die beantwoording staat na melijk dat er overeenstemming over die zaak met de betrokkenen, te weten de stichting medische sportkeuring en de gemeentelijke sport stichting, was bereikt. Die informatie die mij toen gegeven is blijkt nu onjuist te zijn. Bij de begrotingsbehandeling heb ik dan ook, om dat ik niet over het juiste informatiemateriaal beschikte, een onjuiste beslissing genomen. Ik vraag de voorzitter of dit geen aanleiding is het voorstel opnieuw in de raad te brengen. Afgezien van deze vraag is er nog een aantal andere punten naar voren te brengen, maar de heer Kramer heeft die feitelijk, al genoemd, In de raadsafdeling is toegezegd dat er in de afdeling en in de raad op nieuw gediscussieerd zal worden over de tariefstelling. Wij hebben heel lang met dit probleem geworsteld en wij wilden weten hoe het precies in elkaar zit. Wij hebben toen het organisatorische vraagstuk duidelijk ontkoppeld van het vraagstuk van de tarieven. De vraag op organisatorisch gebied was of de stichting medische sportkeuring al dan niet deel moest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 140