145 15 FEBRUARI 1973 sportkeuring en met de sportstichting zijn wij tot overeenstemming ge komen over het incorporeren van de sportkeuring in de G. G. en G, D„ het college is van mening dat de tarieven kostprijsdekkend moeten zijn. Dit is in het kort gezegd; het was een heel lang verhaal. Men heeft dit toen gecomprimeerd en toen is het antwoord op vraag 265 aldus gaan luiden, dat wij met de sportstichting overeenstemming bereikt hadden over de incorporatie en over de tarieven. Dit laatste is dus niet juist. De heer Kramer heeft twee voorwaarden gesteld. Hij vraagt om tarieven naar draagkracht, indien mogelijk; ik heb reeds gezegd dat ik in een volgende vergadering met een andere tariefstelling hoop te rug te komen. Ook vraagt hij om tussentijdse informatie over het aan tal keuringen. Dit verzoek is niet zo moeilijk en daar kan aan voldaan worden. Mevrouw PAULUSSEN: Via u wil ik de wethouder een hele korte vraag stellen. Hij zegt dat hij met wethouder Mans en met de sportstich ting de zaak verder gaat bespreken. Neemt hij dan ook het verzoek dat ik ten tweede male gedaan heb daarin mee en gaat hij dan ook met wethouder Mans bekijken, in hoeverre er in de tussentijd tezamen met de sportstichting met de sportverenigingen gesproken kan worden? De heer AMERICA; Ik blijf nog met één moeilijkheid zitten. Ik ga ermee akkoord dat wij over de tariefstelling opnieuw gaan praten. Die tariefstelling houdt echter nog steeds in, dat de raad besloten heeft dat deze kostprijsdekkend moet zijn. Dat besluit hebben wij genomen op grond van de informatie dat er overeenstemming over dat kostprijs dekkend tarief zou zijn. Ik zou dat principe van het kostprijsdekkend zijn der tarieven in 1973 en in 1974 opnieuw willen bekijken en ter discussie willen stellen, om te bezien of dit gehandhaafd kan blijven. Nu dreigen namelijk bepaalde categorieën jongeren tussen wal en schip te vallen. Ik denk daarbij met name aan de werkende jongeren, die niet meer aan een schoolkeuring kunnen deelnemen en nu op vrij jon ge leeftijd al een hoog tarief zouden moeten gaan betalen. Maatschap pelijk gezien gaat het hier juist om de meest kwetsbare groep. Wellicht kan het subsidiebedrag, dat nu nog bij de sportstichting staat, gereser veerd worden voor juist deze kwetsbare groep. Ik weet niet of er mis schien nog andere kwetsbare groepen zijn. Vandaar dat ik mij afvraag of het principe van het kostprijsdekkend zijn der tarieven, waartoe wij bij de begrotingsbehandeling hebben besloten, gehandhaafd kan blijven als wij geïnformeerd zijn over de consequenties van het toen genomen besluit. Toen meenden wij dat de betrokken partijen ermee hadden in gestemd en ik heb toen ook niet verder nagedacht; als de partijen er mee instemden zou het wel goed zijn, meende ik. Nu dit niet waar blijkt te zijn, zet ik ook een vraagteken achter het principe van een kostprijsdekkend tarief en vraag ik mij af of dit, gezien die vergaan de consequenties, gehandhaafd kan blijven, Is het niet het beste dat de volgende maal ook het principe van het kostprijsdekkend zijn der tarieven opnieuw ter discussie wordt gesteld? Als bepaalde groepen erg kwetsbaar mochten blijken te zijn, kan eventueel nog worden over gegaan tot een niet volledig kostprijsdekkend maken der tarieven. De heer KOERTSHUIS: Ik blijf het op zijn zachtst gezegd erg vreemd vinden dat volgens het voorstel iedereen, dus ook de sportstich ting, volledig instemt met de incorporatie van de sportkeuring in de G. G. en G. D. en volledig akkoord gaat met de nieuwe structuur, ter-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 145