151 15 FEBRUARI 1973 ben met klem tegen de invoering van de koopavond in Breda geprotes teerd, Het lijkt wel duidelijk dat deze groep radicaal tegen een koop avond is. Als laatste groep is er de groep van de winkeliers. Zoals uit de resultaten van de enquête van de Kamer van Koophandel en uit het advies van het Nederlands Katholiek Onderneme rsverbond blijkt, is meer dan tweederde van alle eigenaars van zaken er tegen. Men vraagt zich langzamerhand wel af wie er nu nog overblijven. Stilaan is dat geen geheim meer; het zijn V. D.Raming, de Hema en vooral C A. Deze bedrijven proberen ons gewoon voor het blok te zetten en aldus treden zij de democratie met voeten. Zij willen, koste wat het kost, hun zin doordrijven; voor hun belangen en kapitaal moet de meerderheid maar buigen of barsten, U zult zelden zulke kritiek van mij horen, maar wat hier gebeurt loopt voor mij de spuigaten uit. Dat ik tegen het voorstel ben, staat nu wel vast. Het past echter niet, al leen met kritiek en niet met alternatieven te konien en ik heb er dan ook twee. Het is misschien zinvol om te onderzoeken of wij in Breda een volledige maandagsluiting zouden kunnen realiseren, of dat het mogelijk is dat het winkelpersoneel op een andere manier twee aan eengesloten dagen vrij krijgt. Ik meen dat het hele probleem dan opgelost is. Een ander alternatief is dat wij gewoon het advies van de Sociaal-Economische Raad afwachten. De SER houdt zich op het ogen blik met deze problematiek bezig en zal, naar ik meen, op korte ter mijn met een voorstel ten aanzien van de winkelsluitingstijd komen; de Tweede Kamer zal dit dan behandelen. Als wij dat doen, bestaat er voor ons geen probleem meer en is alles opgelost. De VOORZITTER: Ik wilde de voor- en tegenstanders eens om de beurt het woord laten voeren. Het lijkt mij dat nu de heer Veelen- turf aan de beurt is. De heer JANSEN: Hoe weet u dat allemaal? De VOORZITTER: Ik weet het niet, maar zo te zien. De heer VEELENT'URF: De koopavond is al veie jaren in de Bredase raad een heet hangijzer geweest. De standpunten zijn verscherpt en het lijkt vrijwel zinloos over deze kwestie nog lang te discussiëren. Toch is een groot gedeelte van de K, V.P, -fractie van mening dat een aantal facetten onvoldoende is belicht of te licht is gewogen. Een van de be langrijkste factoren hierbij is de functie van Breda voor West-Brabant, In het streekplan is onze gemeente een centrumfunctie toebedeeld. Willen wij deze functie waarmaken, dan past daarbij een actief en mo dern beleid en bij een modern beleid hoort een koopavond. Breda is de enige stad in de regio die geen koopavond kent. Door deze omstandig heid wordt onzes inziens de belangrijke functie die wij allen Breda zo gaarne toebedelen, ernstig tekort gedaan. Er is een duidelijke daling waarneembaar van de oriëntatie van de regio op Breda. De veranderin gen in koopgewoonten, onder andere veroorzaakt door de weekend-re creatie en door de deelname van de gehuwde vrouw aan het arbeidspro ces, vragen erom dat de winkelsluitingstijden worden aangepast. Een koopavond zou een eerste stap in die richting kunnen zijn. Overigens laat het SER-advies inzake de winkelopenstellingstijden een zelfde ge luid horen. Waarschijnlijk zal het in de toekomst voor elke winkelier mogelijk worden "met inachtneming van dit maximum op één avond

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 151