177
19 FEBRUARI 1973
een avond als deze best centraal mag worden gesteld. Ik ben er ook nog
niet helemaal van overtuigd dat - maar misschien blijkt dat nog uit het
antwoord van de wethouder - een verdere bestudering van deze zaak en
mogelijk zelfs een zekere ombuiging van het bouwprogramma volsla
gen onmogelijk zou zijn en dat er met de contractanten geen overleg
meer zou kunnen worden gepleegd en dat dit alleen maar tot vertraging
in de woningbouw en dus een enorme schadepost zou leiden. Ik zou dan
ook willen zeggen dat ik er in eerste instantie alles voor voel het orde
voorstel van de heer America te steunen.
De heer BROOIMANS: De leefbaarheid van de Hoge Vucht is een
zaak die mij bijzonder aanspreekt. De woningnood is daar zeer groot.
Daar staat echter tegenover dat voor mij - en ik meen dat ik namens
de gehele raad mag spreken - de woningnood de hoogste prioriteit heeft.
Als ik dan in paragraaf 2 op blz. 4 lees dat Breda het risico loopt dat
het contingent verloren gaat, vind ik dat een twijfelachtig gegeven.
Is het niet mogelijk dit wat meer te concretiseren, zodat het voor de
raad iets gemakkelijker wordt hierover te beslissen?
De heer GEENE: Ik zou de woorden van de heer Von Schmid willen
onderschrijven wanneer hij het heeft over de leefbaarheid van nieuwe
wijken. Ik betwist de bewoners van de Hoge Vucht het exclusieve recht
alleen over de leefbaarheid van hun wijk te praten. Er zijn in Breda
meer wijken dan de Hoge Vucht en ik kan mij voorstellen - ik weet
het bijna wel zeker - dat men daar het leefklimaat niet als optimaal
ervaart. Ik vind een discussie over wonen en leven pas zinvol, wanneer
daar ook andere wijken bij worden betrokken.
Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Maar het gaat vanavond toeval
lig wél over de Hoge Vucht.'
De heer GEENE: Jawel, maar ik wil niet alleen over de Hoge Vucht
discussiëren, omdat wij daarmee naar mijn oordeel de zaak uit zijn ver
band rukken.
De woningen daar worden door de woningbouwverenigingen gerea
liseerd en de woningbouwvereniging vindt deze bouw volkomen verantwoord.
Zij is van mening dat door de veranderingen die zij heeft aangebracht in
de hoogbouw de leefbaarheid een stuk is verbeterd.
Tenslotte durf ik als raadslid geen verantwoordelijkheid te dragen,
in welke vorm ook, voor dingen die de bouw van woningen in Breda,
waar dan ook, kunnen stagneren. Ik heb dan ook geen behoefte aan het
ordevoorstel van de heer America.
De VOORZITTER: Wanneer ik nu op de woorden van de verschil
lende sprekers reageer, moet ik zeggen dat ik de indruk had dat wij met
de eerste instantie van het voorstel bezig waren. U moet het maar aan
mijn onervarendheid als voorzitter wijten dat ik dat niet helemaal in
orde heb kunnen houden.
Ik heb op het ogenblik wat moeite met het reglement van orde.
De strekking van het ordevoorstel van de heer America is nu niet te
discussiëren over het preadvies, maar dit aan te houden. Ik meen dat
dit de wezenlijke betekenis is van hetgeen de heer America voorstelt.
Intussen geloof ik dat wij daar al over hebben gediscussieerd, maar
goed, dat is dan meegenomen. Daarmee wil ik de eventuele discussie over
het preadvies niet bekorten, ook niet in instanties. Dit aan het adres van
de heer Jansen.
Wanneer de heer America stelt dat de motie indertijd is aangeno-