4 JANUARI 1973
aan uw raad aanbiedt en b) omdat in het afgelopen overleg na septem
ber is gebleken dat men zich van de zijde van het bedrijfsleven duidelijk
de problemen van de gemeente heeft kunnen indenken. Wij hebben de
problemen als goede partijen rond de tafel kunnen oplossen. Ik meen
derhalve dat de gemaakte opmerkingen eigenlijk met correct zijn.
Ik ben gewoon de zaak systematisch aan te pakken. Ik. hoop dat
dit mij ook ditmaal lukt. Ik zou willen beginnen met het aan de orde
stellen van de opmerking rond de statuten. Ik wil te dien aanzien en
kele algemene opmerkingen maken; er moeten geen misverstanden bestaan.
De statuten worden door de raad niet goedgekeurd. Er is reeds opgemerkt
dat de identiteit van de contractpartner via de statuten moet worden be
oordeeld, Het is ook heel duidelijk dat de gemeente de stichting niet
opricht; de stichting is een volstrekt zelfstandig orgaan, dat binnen de
statuten en binnen de overeenkomst gaat functioneren. Tenslotte zal
de uiteindelijke tekst van de statuten nog door de notaris worden vast
gesteld; dit zal waarschijnlijk leiden tot het aanbrengen van enige ver
fraaiingen, maar bepaald niet tot het aanbrengen van materiële veran
deringen qua inhoud. Ik meen dat de uiteindelijke inhoud van de sta
tuten ter visie aan de. raad zou kunnen worden voorgelegd.
Vervolgens wil ik spreken over de verantwoordingsplicht van het
bestuur, U kent de overwegingen, die hebben gegolden bij de samen
stelling van dat bestuur. Enerzijds speelde het honoreren van de zelf
standigheid van de stichting mee; anderzijds ging het om een zodanige
gemeentelijke vertegenwoordiging in het stichtingsbestuur, dat het fi
nancieel belang van de gemeente alsmede de functie van het complex
via het stichtingsbestuur kunnen worden waargemaakt. Het gebouw is
tenslotte van de gemeente. Dit mag echter niet leiden -■ laat daarover
geen enkel misverstand bestaan - tot een overheersende rol van de zij
de van de gemeente in het bestuur, omdat de bestuurlijke betrokken
heid van de gemeente bij de exploitatie van dit complex - zie ook
het preadvies van 26 september - moet worden teruggebracht. Vanuit
die gedachtengang is de samenstelling van het huidige bestuur in feite
maximaal aanvaardbaar. Gelet op de zelfstandigheid zou ik de raad
willen afraden het stichtingsbestuur een vorm van dwangmaatregel op
te leggen door het te verplichten éénmaal per jaar in het openbaar te
vergaderen dan wel door het te verplichten de in artikel zes geregelde
verantwoording nog uit te breiden met het maken van een jaarverslag
omtrent de activiteiten. Wij zouden dan toch hinken op twee gedach
ten, De bedoeling van de statuten is het beoordelen cp de identiteit.
Er zijn tientallen stichtingen en verenigingen, waarmee de gemeente
zaken doet. Aan geen van die stichtingen en verenigingen wordt ten
aanzien van de openbaarheid ook maar iets opgelegd; te dien aanzien
wordt niets van tevoren geregeld. Het regelen van de openbaarheid be
hoort tot de volstrekt zelfstandige bevoegdheid van het stichtingsbestuur.
Er is geen enkele reden om te dien aanzien iets van tevoren te regelen.
Overigens heeft de heer Crul terecht gezegd dat de gemeenteraad hierin
in feite weinig te zeggen heeft, omdat de gedachte om iets dergelijks
aan een zelfstandig orgaan voor te schrijven op zichzelf reeds een as
pect van bestuurlijke onzin is. Ik meen dat geen misverstand mag be
staan over 'het al dan niet blijven staan in artikel drie van de woorden
"5. titre personnel", U hebt uit ons schrijven gemerkt dat in artikel
2-A de toevoeging "met inachtneming van de overeenkomst" is ge
plaatst, Ik heb tijdens het overleg in de raadsafdeling reeds gezegd
dat het naar mijn mening volstrekt overbodig is die toevoeging te
plaatsen, In het overleg met de participanten heb ik gesteld dat de
woorden titre personnel" in artikel 3 volstrekt overbodig zijn, om-