187
19 FEBRUARI 1973
leid wijzigen, met mogelijke vergaande financiële en economische con
sequenties voor de woningnood? Daarbij wil ik aantekenen dat ook de
andere beslissing die door het college wordt voorgesteld vergaande fi
nanciële, psychische en sociale consequenties zal hebben in de toekomst,
zoals ook mevrouw Van Nes al heeft opgemerkt.
Er is inderdaad moed voor nodig pas op de plaats te maken, met
de bedoeling te onderzoeken op welke wijze de vanavond reeds verschei
dene malen genoemde andere woonnood die het gevolg is van de leef
omstandigheden kan worden verbeterd. Er is moed voor nodig om de
door de voorzitter gesignaleerde onmacht te doorbreken, maar men moet
toch eens beginnen.
Dit standpunt, dat op 16 november al naar voren is gebracht en
dat ook tijdens de begrotingsbehandeling bij de algemene beschouwin
gen aan de orde is gesteld, wordt door een deel van onze fractie nog
steeds onderschreven. Het college en de voltallige raad hebben de
motie-America unaniem ondersteund, zoals ook vanavond al herhaal
de malen is gezegd. Het college legt in zijn preadvies de motie in
feite echter naast zich neer, zeker in de fundamentele benadering
die door de heer America is gevraagd. Wij vinden dat jammer en wij
begrijpen het ook niet helemaal, als wij teruggrijpen naar de mening
die door het college in de vergadering van 16 november naar voren is
gebracht. Wat heeft het college namelijk op 16 november gezegd over
de motie-America? De heer Van Dun zei toen namens het college:
"Als de motie-America door het college goed begrepen is, dan is de
bedoeling van de motie dat de woningen die nu aan de orde zijn ge
bouwd kunnen worden en dan in die mate geconditioneerd dat de ver
dere concrete randbebouwing van het winkelcentrum Hoge Vucht pas
dan als voorstel de raad-'zal bereiken nadat de raad een preadvies aan het
college is voorgelegd om over datgene te praten wat de heer America
graag zou zien". Dat is nu juist wat er niet is gebeurd. Het college
zou zich aan die uitspraak gebonden moeten voelen, maar dat doet
het in zijn preadvies zeker niet. Het komt alleen toe aan de conse
quenties van het niet doorgaan van de randbebouwing en niet aan de
fundamentele stellingname ten aanzien van het gehele probleem. Ik
zou graag van het college vernemen waarom het de motie in feite
naast zich heeft neergelegd en dan wil ik verder evenals mevrouw Van
Nes graag de betekenis vernemen van het gestelde op blz. 2, waar staat
dat door deze bebouwing de stedebouwkundige structuur van genoemd
stadsdeel beter tot zijn recht zal komen en dat de negatieve invloed op
het leefklimaat ten gevolge van het nog altijd ontbreken van de randbebou
wing zal verminderen. Welk onderzoek heeft tot deze conclusie geleid?
De raad heeft de motie unaniem onderschreven. De raad mag zich
er niet op dezelfde wijze van af maken als het college. Een deel van
onze fractie is de mening toegedaan dat alles in het werk moet worden
gesteld om alle punten van de motie te bespreken voordat de randbe
bouwing in zijn uiterste consequentie is doorgevoerd. Uit het voorstel
blijkt dat de toestemming voor de bouw van 108 woningen er in feite
een had moeten zijn voor 216 woningen. Laten wij met de bouw van die
216 woningen akkoord gaan en het college verder niet machtigen de
bouw voort te zetten voordat het college en de raad op korte termijn
een uitspraak hebben gedaan over de principiële punten van de motie
America, via een preadvies van het college naar aanleiding van een
fundamentele discussie aan de hand van de huidige ons ter beschikking
staande gegevens met alle betrokkenen.
Ik wil besluiten met de opmerking dat er na het betoog van me-