188 19 FEBRUARI 1973 vrouw Van Nes eigenlijk niets meer gezegd had hoeven worden. De heer VAN CAULIL: Aansluitend op de laatste opmerking van mevrouw Willems vraag ik mij af: moet ik dan eigenlijk nog wel iets zeggen? Als er namelijk gevraagd wordt te stoppen, is het in feite on zinnig nog iets te vertellen, maar ik zal zo vrij zijn het toch maar te doen. Uit hetgeen door de verschillende sprekers is gesteld blijkt duide lijk dat wat ik aan het begin heb gesteld toch naar voren komt. Welis waar was toen het preadvies nog niet aan de orde, maar toen heb ik al gevraagd: wat willen wij eigenlijk, laten wij de huurprijzen een rol spelen of de woningen als zodanig? Het komt bij mij namelijk nog al vreemd over dat er niet zozeer gesproken wordt over de bebouwing, als wel over een relatief goedkopere bouw en dan vraag ik mij af waar die lagere prijs door ontstaat. De bouwgrond kost hetzelfde en ik zou bijna zeggen dat hetgeen er gebouwd wordt ook hetzelfde is. Het enige verschil is eigenlijk de grote rijkssteun en de financiering die wij krijgen voor de woningwetbouw. Ik zou graag willen dat iemand mij eens duide lijk maakt wat eigenlijk het verschil is tussen de luxe flats aan de Graaf Hendrik Ill-laan en de flats waar het hier om gaat. Volgens mij is dat voornamelijk gelegen in de financiering en dan vraag ik mij toch af of men misschien serieus bang is dat er mensen zullen komen wonen die een wat lager inkomen hebben. Al degenen die hier zo vaak het woord voeren en die zoveel belangstelling hebben voor de minder draagkrachti- gen, willen die deze mensen uit de wijk weren? Overigens zullen zij daar nog altijd een aanzienlijke huur moeten opbrengen, wij kunnen echt niet direct spreken van goedkope woningen. Ik begrijp het allemaal niet goed, wat wil men nu eigenlijk? Als het om de bouwkosten gaat, wel, laat men dan geen subsidie aan vragen en geen gebruik maken van die financieringsmogelijkheden. De bouw wordt dan veel duurder, maar er komen wel dezelfde huizen. Over de andere punten heb ik aan het begin van de avond ook al iets gezegd. Ik vind het zo jammer dat sommige leden de behandeling van de motie ophangen aan het doorgaan van de bouw. Ik heb duide lijk laten blijken dat ik dat erg vind en dat ik ook belangstelling heb voor het andere deel van de motie, maar daardoor lijkt deze bouw nu ook weer op de lange baan te worden geschoven. Toen u, mijnheer de voorzitter, straks aan het woord was hebt u gezegd dat wij dit voor stel serieus moeten behandelen en dat wij een besluit moeten nemen. 'U- Er zijn twee mogelijkheden: wij moeten of het een veroordelen of het ander en daarom zou ik u concreet willen vragen waarom wij niet dat deel van de motie dat betrekking heeft op de leefbaarheid van de wijk, waarvoor wij begrip hebben, buiten beschouwing kunnen laten. Dan kunnen degenen die zich verplicht voelen deze woningbouw te laten doorgaan met een gerust geweten zeggen dat zij die andere punten niet hebben afgewezen en dat daarop zal worden teruggekomen. Ik heb in de vergadering van de afdeling voor openbare werken duidelijk gevraagd of verder bouwen betekent dat de motie-America daarmee behandeld is. Dat kon niet allebei en dat zal ook wel niet anders mo gelijk zijn geweest, want er is gevraagd eerst die motie te behandelen voordat er gebouwd wordt. Ik kan dan ook niet begrijpen waarom wij elkaar niet kunnen vinden en waarom wij geen begrip voor elkaar kun nen hebben, want ik ben er van overtuigd dat zelfs degenen die zulke voorstanders zijn van deze motie van harte zullen zeggen dat deze goedkope woningbouw vooral moet doorgaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 188