18 4 JANUARI 1973 i of gemeenschapsactiviteiten, in afwijking van hetgeen in de raadsafde- is- lingsvergadering hierover is gezegd, zonder meer ingevolge lid 3 van de overeenkomst binnen de bestemming vallen,, Lid 4 geeft de uitbrei de t- ding van de functie aan. U hebt in de brief kunnen lezen dat de bestem- ?een en- mingswijziging een bevoegdheid is, die - ik heb met name gedoeld op dit de uitzendactiviteiten - door de raad met aan burgemeester en wethou ders is gedelegeerd. De raad heeft daarover derhalve te beslissen, ekt Ten aanzien van het gebruik wil ik nog het volgende zeggen. iad; Een zo veelzijdig mogelijk gebruik van het Turfschip moet naar onze e- mening worden nagestreefd. Wil Het Turfschip gaan fungeren als ont- er- moetingscentrum voor Breda, dan zal er toch aan bepaalde voorwaar- >P~ den moeten worden voldaan. Eén van de aspecten die daarbij een rol spelen is het feit dat in de horeca-afdeling zo snel mogelijk enige uit- n bouw zal moeten plaatsvinden. Om ieder misverstand uit te sluiten moet :ou ik zeggen dat de uitbouw van de horecasector niets te maken heeft met de itel nieuwe bestemming. Gelet op de bebouwingsverordening is dat altijd reeds mogelijk geweest; gelet op de oude doelstelling van de N. V. Het Turfschip rU" is het ook een aangelegenheid, die altijd tot de mogelijkheden heeft be- ->e hoord, maar die jammer genoeg nooit is gerealiseerd. Als daartegen be- )ver zwaar zou worden gemaakt van bepaalde zijde, kan ik mij nauwelijks an" voorstellen dat dit bezwaar door iets anders wordt ingegeven dan door ïn een gevoel van angst. Angst is in dit kader een slechte raadgever. Ik. meen dat iedere actieve ondernemer in Breda belang heeft bij een goede exploitatie van Het Turfschip; niemand zal hiermee moeilijkheden heb- Q °at ben. Integendeel, door een actieve ondernemer zal daarop worden in- •n en gespeeld.' 1 aan Met betrekking tot de uitzendactiviteiten bestaat voldoende dui- r Van delijkheid. Ik zou nog even willen refereren aan een opmerking van r ln de heer Van Caulil, die ik in de krant heb gelezen. Ik'ben van mening °e" dat hij terecht gezegd heeft dat Het Turfschip niet zó maar geëxploi- e" teerd wordt. In dat verband zou ik willen overstappen naar een opmerking vor" van de heer Crul betreffende het risico, dat de pachter loopt. Dit is hem kennelijk in de voorgaande vergadering niet duidelijk geworden, ook niet na de toevoeging van de heer Roozenboom. er" De heer CRUL: Juist daarom.' s er" Wethouder VAN GRAAFEILAND: Juist daarom. Misschien is de h de heer Roozenboom nu ook weer in staat de moeilijkheden op te lossen, nen. Ik zal desondanks ook mijn best doen. Momenteel wordt er in het i» Turfschip, behoudens de kapitaalslasten, een verlies geleden van on geveer 500. 000, Dat aspect zal door de nieuwe exploitant moeten worden goedgemaakt. Behoudens het bedrag van 500. 000, -- moet hij ook nog een pachtsom voor Het Turfschip betalen. De pachtsom is aan zienlijk. Dit houdt in dat de betrokkene eerst moet waarmaken dat hij t een omzetverhoging kan creëren, waardoor hij ongeveer 600. 000, -- in- meer gaat verdienen dan Het Turfschip op dit moment opbrengt. Dit :n is een ondernemingsrisico, dat er mag zijn» Alleen al om die reden en moet de stichting blij zijn dat zij een exploitant heeft gevonden, die bereid is zich hiervoor verder in te zetten, er- De heer Van Os heeft met betrekking tot de huur van het gebouw ie gesteld dat een en ander is gerelateerd aan de pachtsom. De heer Kroon nte heeft het goed gezien: de basispachtsom is 125. 000, Dat is inder daad het "nekkie" waar de hele "santenkraam" verder omheen draait. Uiteraard bestaat geen zekerheid omtrent de hoogte van de pachtsom. Die zekerheid kan men alleen verkrijgen als men van vaste bedragen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 18