211 19 FEBRUARI 1973 zegt de wethouder. Ik hoop dat er bij de woningbouwverenigingen ook nog eens zal worden gediscussieerd over leefbaarheid, leven en wonen, enz. De wethouder herinnert zich nog wel het eerste gesprek dat wij in december hebben gehad met een aantal groeperingen over het rapport van de sociografische dienst. Daarbij bleek dat juist de mensen van de woningbouwverenigingen heel erg geschrokken waren van de uitkomsten van het onderzoek. Later zijn zij wel weer wat van die schrik bekomen, maar hun eerste reactie was toch ook: laten wij i n hemelsnaam niet doorgaan met wat wij daar aan het doen zijn. Ik verwacht dan ook dat er ook in die kringen wel degelijk nog een discussie op gang zal komen. Wat betreft de stedebouwkundige structuur heb ik de wethouder om een nadere uitleg gevraagd. Hij heeft die ook gegeven en daaruit blijkt wel dat, zoals ik het heb genoemd, voornamelijk de "skyline" van de wijk het accent heeft gekregen. Ik vind dat onjuist, mijns inziens zijn de mensen die er wonen de eerst aangewezenen om hun mening ken baar te maken. Dat gaat dan helemaal niet over de "skyline", maar ge woon over hoe zij daar graag zouden willen wonen. Tot slot wil ik nog iets zeggen over de motie van de heer Crul. Ik heb daar wat moeite mee» Die 216 woningen die nu gebouwd zullen worden, vormen namelijk een deel van een totaal pakket van woningen van de ERA. Daar hoort ook nog een aantal woningen in de Zandhoven- straat bij, die wel onder het contract van Zeebregts vallen en die volgens mij gekoppeld zijn aan deze 216 woningen. Dit zou men dus als een pakket moeten aannemen en als dat inderdaad het geval is, kan ik zijn motie niet ondersteunen. De heer VAN CAULIL: De heer Crul heeft eigenlijk gevraagd om meer gegevens van de afdeling voor openbare werken. Ik zou hem dan willen zeggen dat ik, wanneer hij niet voldoende is geïnformeerd over de problemen die aan de orde zijn, het volgende heb bedoeld. Wij kunnen alle mogelijke problemen blijven aandragen, van contractbreuk, renteverlies, enz. De mensen van openbare werken hebben echter reëel willen blijven en gezegd; laten wij deze zaak nu eens niet op zakelijke gronden bekijken, maar laten wij de woningnood opheffen. Wij stellen die, als deze woningbouw in gevaar komt, zelfs boven alle mogelijke financiële en technische gevolgen. Deze keer zeggen wij eens dat de woningnood moet worden opgelost. De andere fracties zijn daar al zo lang over bezig, maar zij hebben het blijkbaar nooit goed begrepen en uitgevoerd. Wij zijn er met een heel grote groep voor dat er in geen geval stagnatie optreedt in de bouw van deze woningen. De heer AMERICA: Voordat ik de moed kan opbrengen nog iets te zeggen moet ik eerst diep zuchten. Het is namelijk al vaker gebleken dat ik heel moeilijk met wethouder Van Dun kan discussiëren. Hij maakt het mij vooral moeilijk wanneer hij woorden gebruikt als "eerlijk" en "oprecht", want als ik daar iets tegen inbreng zou het kunnen lijken alsof ik daarmee oneerlijk en onoprecht ben. Ik hoop echter dat het niet zo zal worden opgevat, want ik wil een paar dingen duidelijk aanvechten. Als een van zijn argumenten stelt de wethouder dat deze huizen duurder worden met iedere maand dat de bouw langer wordt uitgesteld. In zekere zin is dat waar, maar wat betekent dat nu? Moeten wij van avond dan ook maar meteen besluiten de Haagse Beemden ook vol te bouwen? Die huizen worden namelijk ook allemaal duurder en wat betekent dat voor de 3200 mensen die nu onder de woningnood lijden,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 211