213
19 FEBRUARI 1973.
beter te gaan wonen. Dit zal ook een belangrijke rol gaan spelen wan
neer de Haagse Beemden worden gebouwd. De consequentie daarvan is
dat er in Breda-Noord een bepaalde groep overblijft en over deze groep
heb ik geprobeerd iets te zeggen. Dan is er straks een fundamentele re
latie tussen de Haagse Beemden en Breda-Noord.
Ik vind het verder toch wel merkwaardig dat heel deze discussie
alleen wordt gevoerd tussen de raad en wethouder Van Dun. Wij spreken
hier namelijk over heel belangrijke zaken die het welzijn van de stad
betreffen. Naar ik meen is het welzijn de eerste prioriteit, ook van het
college, en daarom zou ik graag hebben gezien dat ook andere wethou
ders actief in de discussie waren betrokken, om te bewijzen dat ook zij
hardop meedenken over deze zaak. Ik veronderstel namelijk dat ook zij
door hun werkzaamheden worden geconfronteerd met de andere facetten
van wonen en leven en die komen nu helaas niet op tafel; een stuk in
formatie, kennis en deskundigheid blijft daardoor onbesproken. Verder
geloof ik dat het van belang is de verschillende instellingen die bezig zijn
met de studie vanavond duidelijk te maken dat zij niet met totaal over
bodige dingen bezig zijn, maar dat het zin heeft door te werken. Ge
zien deze discussie en de harde feiten die wethouder Van Dun heeft ge
noemd en die ik bij voorbaat al voor een deel onderschrijf, zijn er vol
doende argumenten er bij de werkgroepen op aan te dringen hun werk te
versnellen. Ik ben er van overtuigd dat zij, wanneer zij nog de zin van
hun werk kunnen inzien, daartoe ook in staat en bereid zullen zijn en
daarmee het moment dat wij fundamenteel en met alle gegevens in de
hand over deze kwestie kunnen praten, te vervroegen. In dat licht ge
zien kan ik geheel achter het voorstel staan dat door de heer Crul c. s.
is ingediend.
De heer VAN OS: Dit preadvies is o. m. behandeld in de afdeling
voor ruimtelijke ordening. Ik moet u deelgenoot maken van het feit
dat ik daar ontstellend ben geschrokken. De heer Geene heeft daar na
melijk, krachtig ondersteund door de heer Kroon en de heer Goos, naar
voren gebracht dat dit preadvies kan worden aangenomen omdat moet
worden doorgegaan met de bouw in de Hoge Vucht. Weliswaar is daar
al veel hoogbouw, waar nu nog meer bij komt, maar elders in Bre
da wordt meer laagbouw gerealiseerd en dan komt het: wanneer er men
sen in die hoogbouw terecht komen die vinden dat zij daar niet thuis
horen, aldus de argumentatie van de heer Geene, dan moeten zij maar
hard werken, zodat zij meer gaan verdienen en naar een beter huis el
ders in Breda kunnen verhuizen.
De heer KROON: U geeft een vertekend beeld.'
De heer VAN OS: Ik heb toen gevraagd welk winstpunt men zag
voor de Hoge Vucht met deze bebouwing. Dat is dan jammer, zo luid
de het antwoord, dat is dan niet zo best gelukt en elders moet het dan
maar beter lukken. Wij hebben het nu over een wijk waar, zoals de
heer Kroon heeft gememoreerd, aanvankelijk was gedacht aan een der
de hoogbouw. Door allerlei overheidsmaatregelen zitten wij nu al bo
ven de 50"Jo en wij gaan nog dapper door. Daarmee raken wij waarschijn
lijk verzeild in de situatie dat wij de probleembuurten in Breda -- die
zijn er natuurlijk, die heeft elke stad -- gewoon verplaatsen. Dat zal
naar ik meen toch niet de bedoeling zijn van deze raad.
De wethouder heeft meermalen gememoreerd dat ik in november
heb gevraagd naar de consequenties. Dat heb ik inderdaad gedaan, maar