26 FEBRUARI 1973 222 BAND MET DE BOUW VAN EEN BEJAARDENTEHUIS EN BEJAARDEN WONINGEN AAN DE CROYSTRAAT E.O. 20. Bijlage nr. 63 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET IN VERBAND MET DE VER REKENING TUSSEN HET GRONDBEDRIJF EN DE ALGEMENE DIENST VAN GROND- EN AANLEGKOSTEN VAN WEGEN C.A. 21. Bijlage nr. 64 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERHOGING VAN DE ELECTRICITEITSTARIEVEN. 22„ Bijlage nr. 65 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HERZIENING VAN DE VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE KOSTEN VAN HET OPENBAAR G.L.O. OVER DE JAREN 1969 EN 1970. 23. Bijlage nr. 66 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP DIVERSE VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWUSWET 1920 C.Q. ARTIKEL 50 VAN DE KLEUTERONDERWIJS WET. 24. Bijlagen nr. 67 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK KING TOT UITBREIDING VAN HET LEDENTAL VAN DE COMMIS SIE VOOR DE SCHOOLADVIES- EN BEGELEIDINGSDIENST. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ach tereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 25. Bijlage nr. 68 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST STELLING VAN DE DRANK- EN HORECA VERORDENING BREDA 1973. De heer VAN CAULIL: Toen wij begonnen met de behandeling van deze agenda - ik weet niet meer hoe lang dat geleden is - is aan gekondigd dat er een brief was binnengekomen van de afdeling Breda van de Horeca. Naar aanleiding daarvan deelde u mee dat u het be stuur wilde ontvangen. Ik ben zelf ook bij die bespreking aanwezig geweest. Ik meen dat het juist is de resultaten van die bespreking hier even te memoreren. Ik hoef het niet lang te maken, want uiteindelijk zijn wij tot een akkoord gekomen. De resultaten waren de volgende. Men is in horeca-kringen gelukkig met het vervallen van artikel 14 van de verordening met betrekking tot de vrouwelijke bediening. In dat artikel werd bepaald dat vooraf moest worden aangevraagd of vrouwen in een horecabedrijf mochten werken. Vooral de laatste ja ren was dit, omdat het doel was komen te vervallen, een dermate discriminerend artikel voor onze mensen dat zij daar nogal tegen heb ben geageerd. Wij zijn daarom erg gelukkig dat het werken in een horecabedrijf, dus het serveren achter de bar, nu hetzelfde wordt be oordeeld als het zitten voor de bar; men zou kunnen zeggen dat alle

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 222