225
26 FEBRUARI 1973
De VOORZITTER: De heer Van Caulil heeft al het woord gevoerd,
dus ik kan het antwoord aan de heer Van Os wellicht het beste in mijn
antwoord meenemen. Ik meen dat het zo geformuleerd kan worden dat,
ik heb dat ook ervaren in het gesprek met de afdeling Breda van Horeca
Nederland, de uitlopende sluitingsuren van een aantal clublokalen in
deze stad, concurrentiemogelijkheden veronderstellen. Ik meen dat
hiermee het antwoord is gegeven op de vraag van de heer Van Os.
Ik heb uitgelegd dat het onmogelijk is dat het gemeentebestuur
op dit vlak maatregelen treft in de drank- en horecaverordening. Dat
kan niet. Wanneer de lokaliteit aan de eisen voldoet en de exploitant heeft
een vergunning is er geen enkel probleem, want dan gelden de normale re
gels, maar voor het overige heeft het stadsbestuur hierin geen taak. De
drank- eri horecawet schrijft namelijk voor dat de minister van Econo
mische Zaken dan ontheffing moet verlenen. Men dient dan aan de be
palingen van die ontheffing te voldoen en dat is waar de heer Van Cau-
ïil voor pleit. Ik zeg dat men moet voldoen aan de bepalingen die zijn
vastgesteld in de afspraken die intern zijn gemaakt en voorzover moge
lijk moet daar ook controle op worden uitgeoefend» In dat verband heb
ik er op gewezen dat er zo'n 460 ondernemingen zijn in deze stad, zo
dat die' controle wel beperkt moet zijn.
De heer VAN CAULIL: Ik zou met een enkel woord nog een ver
duidelijking willen geven van de functie van zo'n gebouw op een sport
complex» Dat moet open zijn op de tijd dat er trainingen, wedstrijden,
enz." worden gehouden» Ik heb gedoeld op de omstandigheid dat er in
zo'n gebouw heel andere dingen gebeuren dan waarvoor het in feite is
bestemd»
De VOORZITTER: Ik houd het toch op mijn uitspraak dat dat het
probleem is waar het om gaat. Ik meen dat wij, alles overziend, kun
nen concluderen dat deze verordening zoals die thans voor u ligt aanvaard
baar is.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
26, Bijlage nr. 69
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NE
MEN VAN EEN VOORBEREID IN GSBESLUIT TEN BEHOEVE VAN DE
BOUW VAN 9 WONINGEN AAN DE TALMASTRAAT.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en weihouders besloten»
27. Bijlage nr. 70
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTEL
LING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "HEILAAR 1971".
De heer GOOS: Enkele korte opmerkingen naar aanleiding van het
vaststellen van dit bestemmingsplan. In de eerste plaats merk ik op dat
ik persoonlijk niet erg gelukkig ben met de naamsverandering van
"Princenhage-Noord" in "Heilaar 1971". Als bewoner van de streek
vind ik het bijzonder jammer dat de naam "Heilaar" is gekozen, om
dat het hier om een streek gaat die helemaal niets te maken heeft met
het Heilaar zoals dat al eeuwenlang bestaat.