26 FEBRUARI 1973
228
minder te zeggen. Hij heeft namelijk duidelijk vertolkt wat ook mijn
fractie voelt bij de behandeling van dit agendapunt. Inderdaad hebben
wij ongelooflijk veel vergaderd. Wij hebben veel aanmerkingen gehad
op het stuk zoals dat de vorige keer op tafel is gekomen. Ook ik wil
graag woorden van waardering uitspreken, zowel voor de sociale bege
leiding als voor de begeleiding door het bureau van de heer Bolwerk en
de zijnen, waarvoor de heer Mans heeft gezorgd. Wij zijn er nu einde
lijk en ik geloof dat wij hiermee een stap in de goede richting doen om
de rust in het Bredase bibliotheekwezen nu te verwerkelijken.
Mevrouw PAULUSSEN: Ik sluit mij voor een groot deel aan bij
de vorige sprekers. Namens onze fractie wil ik daar nog een opmerking
aan toevoegen, namelijk dat de structuur die nu is gekozen de deelna
me in de inspraak in de beleidsvoering mogelijk maakt, zoals u zelf ook
stelt op blz. 2 van het preadvies. Wij zijn van mening dat er creatief
moet worden gezocht naar een procedure om deze inspraak en deelname
zo maximaal mogelijk te doen zijn. In de afdeling hebben wij daar al
over gesproken. Onzes inziens dienen wij ons af te vragen welke taken
een commissie voor de openbare bibliotheken heeft, welke belangen
er moeten worden behartigd. Op grond daarvan zal er een gerichte ad
vertentie moeten worden geplaatst om mensen op te roepen die aan dat
belangrijk werk gaan deelnemen. Naar onze mening zal en dan ook een
duidelijk advies, toegespitst op taken en personen, in een preadvies
kunnen worden verwerkt.
Tot slot nog een suggestie. Nu wij bij diverse commissies ex artikel
61 en bij andere gemeentelijke organen zoals bijvoorbeeld de Sportstich
ting hebben geƫxperimenteerd met verschillende procedures voor inspraak
om tot een goede commissie te komen, verdient het wellicht aanbeveling
in de commissie algemene zaken de verschillende punten van deze kwes
tie eens op een rij te zetten. Zodoende kan er een vergelijking worden
gemaakt van de verschillende procedures die er zijn gevolgd, om op die
manier tot een goede procedure te komen.
De heer VAN OS: Ik sluit mij gaarne bij de vorige sprekers aan. Ik
wil volstaan met de toekomstige commissie alle goeds te wensen. Veel zal
afhangen van de mensen die deze commissie gaan bemannen. Ik wens ze
bij voorbaat veel succes bij hun werk.
Wethouder MANS: Ik geloof dat ik niet zo veel heb toe te voegen
aan hetgeen door de verschillende sprekers namens de raad naar voren
is gebracht naar aanleiding van de wijziging van de stichting Verenigde
Openbare Bibliotheek in een commissie ex artikel 61. In de bijna twee
jaar die wij hieraan hebben gewerkt heb ik ervaren dat een proces van
sociale verandering toch moeizamer is dan het op papier lijkt. Het fei
telijk participeren in een proces als dit, waarbij velen zijn betrokken,
blijkt een aantal hindernissen op te leveren die iedereen wel eens in
het verkeerde keelgat kunnen schieten en die dan leiden tot fricties.
Ik moet zeggen dat ook door het meedenken van de raadsafdeling een
aantal problemen, mede door het verlopen van de tijd, zich vanzelf
heeft opgelost.
Ik ben blij met de opmerking dat een eerste aanzet is gegeven
tot het hele denken en tot deze herstructurering door hetgeen de heer
Diks in zijn rapportage heeft gepresteerd. Nadat wij werden geconfron
teerd met de problematiek die leefde binnen de bibliotheken heeft
hij de taak die hem door het college werd opgedragen met ambitie