22
4 JANUARI 1973
/i- gespreksbasis, die heeft geleid tot de voorliggende regeling. Daarnaast
is het ook aan de vakbeweging te danken dat het verstrekken van infor
matie aan het personeel in de loop van de maand december aanzienlijk
tde is verbeterd. Ik zou het hierbij het liefste willen laten, ware het niet
dat mij een vorm van onvoorzichtigheid in mijn handelen in de schoe
nen wordt geschoven. Ik kan dit niet accepteren. Om die reden schets
ik hier nogmaals de situatie. Ik doe dit als gedelegeerd commissaris
ir- van de M. V. Turfschip, omdat de onderhandelingen uiteraard met die
ln pet op zijn gevoerd. In augustus en september heeft een gesprek met
de vakorganisaties plaatsgevonden. Daar is de gehele situatie rond het
=r Turfschip uiteengezet. Het preadvies van 26 september en de moties
zijn aan de vakbeweging toegestuurd. Ik zal enkele punten uit het pre
advies herhalen. Op pagina 2 van het preadvies staat dat vrij algemeen in
de raad wordt onderschreven dat faillissement van de N. V. geen oplossing
i- is en zo mogelijk moet worden voorkomen. De heer Crul heeft dit in het
wil preadvies onderstreept. Op pagina 13 staat dat aanvaarding van het voor
stel meebrengt dat het gehele personeel zal moeten worden ontslagen. Op
t- pagina 17 staat dat in het principebesluit verwoord is dat de financiële
g consequenties van een door de N. V. te treffen afvloeiingsregeling door
;n de gemeente moeten worden gedragen. Kortom, het faillissement van
ren Het Turfschip wordt helemaal niet aangevraagd; het is ook nooit ter spra-
s- ke geweest. Dit is duidelijk geëtaleerd in het preadvies, dat op 26 septem-
ren ber in deze raad is behandeld. Daarna is dit preadvies op de kortst moge-
;t lijke termijn toegezonden aan de vakbeweging. Op 10 oktober hebben
1- wij nog een vergadering met de vakbeweging belegd om na te gaan, in
hoeverre het preadvies nog onduidelijkheden bevatte. Het bevatte geen
lik enkele onduidelijkheid voor de heren. Men moet toch wel een blinddoek
voor hebben en watjes in zijn oren om dan nog staande te kunnen houden
t dat door mij, door de gedelegeerd commissaris, in dit opzicht in eniger
lei opzicht is gemanipuleerd. Iedereen heeft kunnen lezen hoe de situatie
is. Ik gun iedereen, ook de heer Van Os van de Unie, een achterdeur om
duw. door naar buiten te kunnen gaan. Ik ben niet degene, die de achterdeur
it zal sluiten; ik zal de achterdeur dus zeker niet op slot doen. A Is dit echter
at leidt tot dit soort opmerkingen van de heer Crul, ben ik van mening dat
ik het recht heb die deur wél dicht te doen, nog afgezien van het voor-
gaande. Als men de stukken heeft gelezen, zal het duidelijk zijn dat de
;n- vergadering van 26 oktober met de vakbeweging heeft plaatsgevonden na-
;een dat de vakbond en het personeel het eens waren geworden over het commen-
rl taar, dat geleverd zou worden. Dit is in het verslag van 8 december expli-
f- ciet opgenomen. In dit verslag staat ook expliciet dat in de getroffen rege
lingen door geen van de aanwezigen een verandering wordt voorgestaan,
e Jammer genoeg bleek de betreffende vakbondsman in het overleg, waar-
i. over ik zoëven sprak, niet aanwezig te zijn geweest. Om die reden is
ing de vergadering van 26 oktober op een gegeven moment geschorst; men
relijk wilde hem de gelegenheid geven van gedachten te wisselen met zijn
ijk achterban. De opmerkingen van de heren Crul en Van Os op 26 oktober
nde beschouw ik dan ook als mosterd na de maaltijd; deze opmerkingen doen
ou aan de situatie niets toe of af. Ik wijs derhalve iedere vorm van onzorg
vuldigheid in het overleg van de hand. Ik vraag mij eigenlijk af of dit
nu als een bestuurlijke bijdrage in de afwikkeling van deze zaak kan
worden gezien.
fd- De opmerking van de heer Crul, dat hij de situatie fundamenteel
n anders zou willen benaderen maar zich overigens wel achter de regeling
schaart, is mij enerzijds wél, anderzijds niet duidelijk. De heer Crul
is ook op de hoogte van de personeelsstop die bij deze gemeente is in
gevoerd. Ik meen dat het frustrerend zou zijn mensen in dienst te nemen,