26 FEBRUARI 1973 250 van de heer America of de gemeente zich dan garant stelt. Ik heb wel gezegd dat wij bezig zijn te bestuderen of er middelen te vinden zijn voor een extra subsidiëring van het opbouwwerk. De heer AMERICA: Het is de wethouder bekend dat deze zaak niet in de begroting zit van de nieuwe stichting en hij weet ook dat het K. I. M. er graag af wil. Voorts weet hij dat de financiële bronnen niet mogen op drogen en ik vraag er dus uitdrukkelijk aandacht voor. Wethouder DE RAAFF: Die uitdrukkelijke aandacht heeft het, meer kan ik er op dit moment niet van zeggen. Ik heb op de begroting een post gezien voor activiteiten. Of datgene wat de heer America bedoelt daar ook bij is weet ik op het ogenblik niet, maar misschien wil hij het antwoord op die vraag van mij tegoed houden. De heer Jansen heeft namens de heer Koertshuis gesproken en gesteld dat het O. B.S. eigenlijk bij het K. I.M. weg moet. Vermoedelijk heeft de heer Jansen niet alle stukken gelezen die voorhanden zijn en ter visie hebben gelegen, anders zou hij hebben gezien dat het al of niet handha ven van het O. B„ S. bij het K. I. M. een punt van voortdurend overleg is in de discussies. Het is de bedoeling daar een oplossing voor te vinden. Wij hebben in het voorstel aan de raad betoogd dat er sprake is van een ontwikkeling dat het O.B.S, bij het K, I.M. weggaat. Dit is echter nog een punt van overweging, er zijn wat dit betreft nog geen definitieve stappen gedaan, zelfs is er nog geen overeenstemming bereikt. Ik meen dat ik het hierbij mag laten. De heer AMERICA: De wethouder heeft nog niet geantwoord op mijn vraag waarom alleen wordt gesproken met het Provinciaal Opbouw- orgaan en niet met de andere provinciale organen. Wethouder DE RAAFF: Misschien is dat historisch gegroeid, ik weet het niet, maar het is een feit dat wij - van meet af aan kan ik niet zeggen - al heel lang over deze materie spreken met het Provin ciaal Opbouworgaan, Ik heb de indruk dat dit door velen wordt geacht hét orgaan te zijn om over dergelijke zaken te spreken, wat overigens niet wegneemt dat ik over andere zaken ook met andere instellingen spreek. De heer America heeft o. a. genoemd de provinciale stichting voor de geestelijke volksgezondheid» Ook daarmee hebben wij regelmatig con tact. Ik meen dat er geen bezwaar tegen is over concrete problemen te spreken met diegenen die op de betreffende terreinen werkzaam zijn. De heer CRUL: Ik zou u willen vragen de vergadering een ogenblik te schorsen, opdat ik u, mijnheer de voorzitter, persoonlijk een vraag kan stellen betreffende de stemming over dit onderwerp. De VOORZITTER: Dat is natuurlijk mogelijk. Het lijkt mij het beste die schorsing dan te laten samenvallen met de koffiepauze, die dan ongeveer een kwartier zal kunnen duren. De vergadering is geschorst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 250