24
4 JANUARI 1973
;t mits het gebouw meer ten goede zou komen aan de Bredase gemeen-
schap. Als wij het voorstel nu vanuit de maatschappij en culturele be-
g. langen bekijken, meen ik te moeten constateren dat de commerciële,
financiële aspecten in hoofdzaak goed uitgewerkt zijn. Met name wordt
n nauwelijks ingegaan op de maatschappelijke en culturele functie van
het Turfschip, zoals het dat zou kunnen hebben voor de Bredase gemeen
schap. Ik meen dat door de culturele raad in discussies en tijdens hearings
ït terecht gesteld is dat dit gebouw, als het grote tekorten blijft opleveren,
an in ruimere mate dan voorheen ten goede zal moeten komen aan de ge-
Van meenschap, mede omdat hiermede gemeenschapsgeld gemoeid is. Wat
j- dat betreft komen wij dan op het punt van de gemeenschapsactiviteiten.
In het voorstel wordt gesteld dat gemeenschapsactiviteiten moeilijk te
deld. definiëren zijn. Ik had toch van de wethouder van cultuur op dit vlak
oor meer creativiteit verwacht. Ik mis zijn inbreng, met name ten aanzien
bij- van het opkomen voor de sociaal-culturele activiteiten in verband met
ui- Het Turfschip. De mensen, die in dit verband over gemeenschapsactivi-
aar teiten gesproken hebben, hebben steeds drie punten bedoeld. Het zou
e moeten gaan om niet-commerciële activiteiten; dit zijn activiteiten die
2 geen winst opleveren. Verder zouden de gemeenschapsactiviteiten een
sociaal-cultureel karakter moeten dragen. Tenslotte zouden dergelijke
sociaal-culturele activiteiten niet op touw worden gezet tegen de gel-
ït dende tarieven. Wanneer ik deze gemeenschapsactiviteiten, zo gekarak-
on- teriseerd, relateer aan de zestig dagen, blijf ik het idee hebben dat het
bij mogelijkheden zal blijven. De culturele raad heeft naar voren ge
bracht dat in 1972 100, 000, -- aan huursubsidies ten aanzien van Het
Turfschip is bijgedragen. Ik zou graag van de wethouder van cultuur
willen vernemen of dat inderdaad het geval is. In het voorstel mis ik
er- een verklaring in verband met de vraag of dit bedrag gehandhaafd zal
tot blijven. Tot slot zou ik de wethouder van cultuur nadrukkelijk willen
iter- uitnodigen de ontmoetingsplaats van Het Turfschip, zoals die in het
de voorstel genoemd is, waar te maken. Acticiteiten van groeperingen,
t zoals die ook door de culturele raad genoemd zijn, met name activi-
ns teiten van jeugdigen, van bejaarden, hearings voor de bevolking en
an culturele activiteiten voor buitenlandse werknemers bieden mogelijk
heden, waarvoor activiteitensubsidies noodzakelijk zijn. Dan pas zul
len deze activiteiten de betrokkenheid van de burgerij kunnen bewerk-
r- stelligen. Als dit niet lukt, zal Het Turfschip toch een commercieel
gebouw blijven voor de Bredase gemeenschap. Dit zal een aantal per
sonen misschien financieel ten goede komen; Het Turfschip zal echter
iur), voor bredere maatschappelijke groeperingen in Breda geen reële functie
krijgen.
n- De heer VAN OS: In de afdelingsvergadering is door wethouder
Van Dun gesteld dat een open restaurant in Het Turfschip niet zonder
meer tot de mogelijkheden zou behoren. Op dit moment zou alleen
erd de functie van congresgebouw, tentoonstellingsgebouw, concertzaal
k openstaan; daaraan is inmiddels door de raad de gemeenschapsfunctie
toegevoegd. Wethouder Van Dun heeft daarbij gezegd dat het onder-
-n brengen van een gewoon restaurant en het vestigen van een uitzendbureau
eventueel in de toekomst daaraan toegevoegd zouden kunnen worden. Uit
le de omschrijving, die wethouder Van Graafeiland heeft gegeven, heb ik
menen te mogen opmaken dat een dergelijk open reataurant op dit mo
ment wél tot de mogelijkheden behoort. Nu weet ik het eigenlijk niet
goed meer» Ik zou daarover vóór het einde van de vergadering graag
nog enige zekerheid hebben.
Wethouder Van Graafeiland heeft een filosofie ten toon gespreid