269 15 MAART 1973. waartoe U derhalve te gelegener tijd een afzonderlijk en gemo- tiveerd voorstel zal bereiken". Er is door de contracterende partijen duidelijk de voorkeur gege ven aan het betrachten van geleidelijkheid. Wij zien geen enkele aan leiding dit proces te versnellen en ook van de zijde van Casema is ons daarvan niet gebleken. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d. 18-1-1973) De heer VAN OS: Over de antenne-inrichtingen in Heusdenhout zijn klachten binnengekomen over het aantal antenne-signalen en de kwaliteit ervan. Kunt U meedelen wat hiervan de oorzaken zijn en wat er zal worden gedaan om de moeilijkheden te verhelpen? ANTWOORD. De vraag is op 7 februari 1973 aan de orde gesteld in de vergadering van de begeleidingscommissie voor het Casema-project. Afhandeling is echter niet mogelijk gebleken, omdat aard en plaats van de klachten onvoldoende duidelijk zijn omschreven. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d. 14-12-1972) De heer KOERTSHUIS: Ik heb vanavond een ontevreden gevoel over gehouden met betrekking tot de wijze waarop de agendapunten aan de orde zijn gesteld. Ik meen dat het gebruikelijk is dat de voorzitter de voorstellen, althans de bovenschriften van de voorstellen, voorleest. Dat is vanavond niet gebeurd. De voorzitter heeft slechts de num mers van de agendapunten genoemd en dan nog met een snelheid, die een goede behandeling van de voorstellen nadelig heeft beïnvloed. Niet alleen ik, maar ook wethouder Van Dun is hierdoor dermate verrast dat hij de toezegging die hij mij tijdens de vorige vergadering inzake de Van Cooth-huisjes heeft gedaan niet gestand heeft kunnen doen; hij is mij namelijk nog een antwoord schuldig. Dit is mijns inziens een fout van het college. Ik vraag derhalve twee dingen. In de eerste plaats wil ik graag weten of de voorzitter toezeggingen kan doen ten aanzien van de wijze waarop agendapunten aan de orde worden gesteld. In de tweede plaats: kan ik alsnog schriftelijk geïnformeerd worden over de vragen die ik tijdens de vorige vergadering heb gesteld? ANTWOORD. Voor wat betreft de wijze waarop de voorzitter de verschillende agenda punten aan de orde zal stellen menen wij dat gehandeld kan worden con form de afspraken zoals deze zijn gemaakt bij de behandeling van het reglement van orde tijdens de raadsvergadering van 18 januari j. 1. Overigens verwijzen wij voor een antwoord op de door U bedoelde vragen naar het raadsvoorstel voor votering van een krediet voor de Van Coothwoningen (bijlage 358), pagina 6 en 7. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 18-1-1973) Mevr. VAN NES-BRANDS: Op zaterdag 13 januari 1973 werd in het kinder-televisieprogramma aandacht gevraagd voor de activiteiten van de pressiegroep Stop Kindermoord. Deze pressiegroep tracht de aandacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 269