283
15 MAART 1973.
kan begrijpen dat de heer Kroon zojuist een vergelijking heeft gemaakt
met het voorstel tot het instellen van een koopavond.
Alles bijeen wordt bij mij sterk de indruk gewekt dat één bepaald,
verlies-lijdend bedrijf er voordeel bij heeft dat deze "fusie" tot stand
wordt gebracht. Gezien de sociale aspecten die aan dit voorstel verbon
den zijn èn rekening houdend met de nieuwe wet die op stapel staat,
wil ik bij mijn aanvankelijke standpunt blijven, d. w. z. dat wij deze
verordening thans niét aan de taxibedrijven in Breda mogen opleggen.
Wij moeten aandringen op het tot stand komen van een regeling vanuit
de bedrijven zelf vóór 1975. Pas dan kan er plaats zijn voor deze con
cept-verordening. Als de nieuwe wet er straks is, zullen ongetwijfeld
toch weer bepaalde dingen veranderd moeten worden. Ook om die re
den is het beter met deze verordening te wachten. Ik zal dan ook mijn
stem niét geven aan het voorstel dat thans voor ons ligt.
De heer SANDBERG; "Het middel is erger dan de kwaal". Dat is,
in grote lijnen, de indruk die bij onze fractie is gewekt naar aanleiding
van dit voorstel. Wat is eigenlijk de kwaal? Eenieder kent de moeilijk
heden die uiteindelijk geresulteerd hebben in een verkeersknoop op de
Wilhelminabrug, toen de chauffeurs van één taxi-onderneming dit
kruispunt gingen bezetten. Het blijkt dat het betreffende taxibedrijf
"Peutax" diametraal staat tegenover de huurauto-ondernemingen, die
een opmerkelijke eensgezindheid aan de dag leggen.
In zo'n situatie is het uiteraard de gemeente die de rol krijgt toe
bedeeld om te bemiddelen. Immers, zij is uiteindelijk verantwoorde
lijk voor het openbaar vervoer in de stad, waaronder in zekere zin e-
veneens de taxi- en huurautobedrijven te rekenen zijn. De bemidde
lingspoging is grandioos mislukt. De partijen staan, als het even kan,
nög scherper tegenover elkaar dan voordien. Het voorstel dat u ons van
daag aanbiedt vindt niét zijn grondslag in een compromis tussen de par
tijen, maar is het dwangmatig opleggen van een systeem. Het voor
stel komt volledig tegemoet aan de wensen van de éne partij, de ande
re partij --de huurautobedrijven -- wordt in een hoek gezet en straks
eventueel om zeep geholpen.
Op geen enkele manier wordt in het voorstel duidelijk gemaakt dat
er in Breda zó'n noodsituatie was ontstaan, dat een dergelijk diep in
grijpen gerechtvaardigd is. De huurautobedrijven, die ten koste van
veel inspanningen en investeringen een good-will hebben opgebouwd,
met tal van persoonlijke relaties, worden volledig voor het blok gezet.
Zij moeten participeren in een anonieme telefooncentrale, of zij lig
gen eruit. De raad wordt met dit voorstel uitgenodigd als scheidsrech
ter op te treden. De heer Von Schmid heeft daarop al gewezen en in
dit verband de koopavond ter sprake gebracht. Toén ging het om een
proef, vandaag worden wij uitgenodigd een definitieve beslissing te
nemen. Dat is een essentieel verschil. Bij voorbaat staat echter al vast
dat de door u voorgestande beslissing uiterst discutabel is, en dat zij
nauwelijks haar grondslag zal kunnen vinden in de wet. In uw preadvies
gaat u er van uit dat de vergunninghouders straks op basis van vrijwil
ligheid een telefooncentrale zullen stichten. Alleen al dié veronder
stelling is op basis van de huidige verhoudingen een fata morgana.
Ik wil énkele veronderstellingen uiten, die wellicht wat ongenu
anceerd, zwart-wit, overkomen; de mogelijkheid is evenwel niet uit
gesloten. Stel dat de raad dit voorstel zou aannemen. De betreffende
bedrijven gaan om de tafel zitten en komen -- hoe kan het anders? --
niet tot overeenstemming inzake de centrale. De week daarop richt