285
15 MAART 1973.
De heer SANDBERG: U had nog beter moeten luisteren*
De heer QUADEKKER: De heer Sandberg verlangt enerzijds dat de
ondernemers op vrijwillige basis tot elkaar komen, maar deelt ander
zijds mee dat vrijwilligheid een fata morgana is.' Ik vraag mij af wat
er dan nog overblijft.'
Mochten wij dit voorstel van burgemeester en wethouders vanavond
aanvaarden, dan zal de verordening zeker niet eerder dan in februari
van het volgende jaar in werking kunnen treden. Ik kan mij voorstel
len dat die vrijwillige samenwerking vóór die tijd wel tot stand zal ko
men.
De heer Van Schmid heeft het doen voorkomen alsof de taxibedrij
ven nu ineens met deze verordening worden overvallen. Dat is helemaal
niet juist. Er is een lange weg gegaan en er is vele malen overleg ge
pleegd. Eén van de heren van de F. N. O. P. is adviseur van de regering.
In de nieuwe wet zal worden bepaald dat elke individuele taxi-onder
nemer zich bij een centrale moet aansluiten. Wanneer dezelfde F. N. O. P.
dan aan Breda adviseert om geen centraal dienstrooster en geen telefoon
centrale in te stellen, dan begrijp ik die tweeledigheid niet.
De heer KROON: Dat sluit aan op de plaatselijke situatie. Zeer dui
delijk.'
De heer QUADEKKER: Nu komt de mijnheer van de koopavond om
de hoek kijken.' Het pleit voor de heer Kroon dat hij opmerkt dat dit
de plaatselijke situatie tekent. Als dat zo is, zullen wij, de gemeen
telijke overheid, met inachtneming van de sociale belangen van de
werknemers en van die van de zelfstandige ondernemers, moeten zorgen
dat de bedrijven op een redelijke manier bij elkaar moeten komen.
De Federatie van Nederlandse organisaties voor het personenvervoer
heeft ons vandaag nog een brief doen toekomen. In die brief lees ik:
"De mening van sommige mensen, dat men in een centrale veel effi
ciënter kan exploiteren, gaat niet helemaal op. In deze bedrijfstak wordt
nog veel werk in familieverband gedaan, terwijl een centrale een bezet
ting zal moeten hebben van full-time krachten, waarbij rekening moet
worden gehouden met de rust- en diensttijden, vakantie, ziekte etc.".
In het laatste deel van die zin zit het hem juist nu.' Voor die rust- en
diensttijden, voor vakantie en regelingen ingeval van ziekte willen wij
juist pleiten, althans een deel van onze fractie, want wij zijn bijzonder
verdeeld op dit punt.' Met een deel van mijn fractie zal ik dan ook vóór
dit voorstel stemmen.
De heer VEEL.ENTURF: Ik verwoord de mening van het andere deel
van de fractie dat de heer Quadekker bedoelde. Wij hebben grote moei
te met dit voorstel. Het past in een moderne beleidsvoering dat een 22
jaar oude verordening aan de huidige tijd en aan de moderne normen
wordt aangepast. Wij vragen ons echter af of deze tot op heden redelijk
functionerende verordening nü op zó'n stringente wijze veranderd moet
worden. Het is ons bekend dat noch van ondernemers-, noch van werk
nemers-, noch van consumentenzijde behoefte bestaat aan een wijzi
ging van dergelijke aard. Wat gaat er bij aanvaarding van dit voorstel
gebeuren? Tien ondernemers, met in totaal 44 werknemers, worden ver
plicht een ongewenste samenwerking aan te gaan met een noodlijdend
bedrijf. De gevolgen zijn duidelijk: het vrije ondernemersrecht wordt op
bijzonder onrechtvaardige wijze aangetast, men wordt aan handen en