292 15 MAART 1973. nen blijven maken van part-time chauffeurs, hetzij door het verstrek ken van definitieve rijkaarten, hetzij door het verstrekken van voorlo pige of tijdelijke rijkaarten. Het is duidelijk de bedoeling van het ar tikel te verhinderen dat mensen die al een achturige werkdag hebben daarna nog eens achter het stuur kruipen om in Breda mensen te ver voeren. Tegen de opmerking van de heer Sandberg dat het stadsbestuur van Breda op deze manier blijk geeft van onzorgvuldig optreden heb ik ern stig bezwaar. Dat onzorgvuldig optreden zou dan nog eens gedemon streerd zijn doordat ik vóór de behandeling van dit agendapunt enkele wijzigingen heb voorgesteld. De heer SANDBERG: De onzorgvuldigheid heb ik bij een ander punt naar voren gebracht; ik heb het alleen onderstreept met die toevoeging. De heer VAN DUN: Dan zijn wij het helemaal eens. Ik maak er grote bezwaren tegen, omdat juist een fractiegenoot van de heer Sand berg in de afdeling voor juridische aangelegenheden heeft gevraagd om een wijziging van het reglement. Toegezegd is toen dat het college dit in zijn vergadering zou bekijken. Het desbetreffende lid van de V. V, D. - fractie heeft daarmee genoegen genomen. Ik geloof dan ook dat wij op correcte wijze aan het verlangen van deze vertegenwoordiger van de V. V. D„ -fractie hebben voldaan. De heer SANDBERG: Nogmaals: de bewuste opmerking die ik heb gemaakt had betrekking op de mogelijkheid dat er een geheel andere situatie zou ontstaan dan wij beogen. Met de verordening in de hand zijn er juridische constructies te bedenken, die onzorgvuldig handelen zouden kunnen laten blijken. De heer VAN DUN: Ik geloof dat wij op juiste wijze voldaan heb ben aan het verlangen uit de afdeling voor juridische aangelegenheden. De heer Sandberg heeft vervolgens opgemerkt dat deze verordening dwars tegen alle verhoudingen in tot stand komt. Dat is een moeilijk punt. Ik geloof dat wij nooit kunnen zeggen dat van de elf bedrijven in Breda één vóór en de rest tegen is. Ten aanzien van de werkgevers zou dat inderdaad gesteld kunnen worden, maar ten aanzien van de werkne mers ligt dat anders. Het alternatief voor deze verordening is naar de mening van de heer Sandberg dat een aantal bedrijven om zeep wordt gebracht. Ook daarmee ben ik het niet eens. De grondslag, de énige grondslag, van deze veror dening is het regulerend optreden in de Bredase taxi- en huurautowereld. Er moet een eind worden gemaakt aan de misstanden. In de nieuwe situ atie is plaats voor gezonde bedrijven die hun zelfstandigheid willen hand haven. De heer Veelenturf heeft zich tegen dit voorstel van het college uitgesproken. Ik heb moeite met zijn betoog, omdat ik het niet juist acht dat iemand die zich tegen een voorstel uitspreekt dan ook nog eens een aantal vragen gaat stellen. Het stellen van vragen is alleen nuttig, als men aan de hand van de gegeven antwoorden zijn standpunt gaat for muleren. Ik vind de manier waarop de heer Veelenturf het heeft gedaan niet juist. De mogelijkheid tot discussie moet open blijven. Het moet mogelijk blijven elkaar te overtuigen. Het moge zo zijn dat het vrije ondernemersrecht op onrechtmatige wijze wordt aangetast, maar ik daag de heer Veelenturf uit om aan te tonen dat zonder deze regeling op dit moment het ondernemersrecht door onrechtmatige daden niét wordt aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 292