r
307
15 MAART 1973.
21. Bijlage nr. 102.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VER
LENEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAFFING VAN INSTRU
MENTARIUM T.B.V. DE STEDELIJKE MUZIEKSCHOOL.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form deze voorstellen besloten.
22. Bijlage nr. 103.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET MET
INGANG VAN 1 JANUARI 1972 WIJZIGEN VAN DE SUBSIDIEREGE
LING VOOR MUZIEKVERENIGINGEN IN BREDA.
De heer ROOZEBOOM: Ik ben niet tegen dit voorstel. Ik wil alleen
graag weten of het een gebruikelijke methode wordt van het college om
middels een voorstel antwoord te geven op vragen die een raadslid 14
maanden geleden heeft gesteld.
De heer VAN CAULIL: Ik wil uw aandacht vestigen op artikel 2-c
van het besluit. Daar staat iets over de kosten van een dirigent. Ik ver
zoek u deze woorden te wijzigen in: directiekosten. Er is een wezenlijk
verschil tussen de kosten van een dirigent en directiekosten. Kosten van
een dirigent zijn aan de persoon gebonden, maar het künnen directiekos
ten zijn. De besturen van de verenigingen zouden er gelukkig mee zijn,
als een dergelijke wijziging in het besluit zou worden aangebracht.
De heer GIELEN: Met dit voorstel ga ik gaarne akkoord. Het is be
kend dat er heel veel besprekingen hebben plaatsgevonden om tot dit
voorstel te komen. In goed overleg met alle korpsen en met het bureau
voor culturele zaken is dit voorstel tot stand gekomen. Wij hopen dan
ook dat de Bredase bevolking mag genieten van de vrolijke klanken die
uit dit voorstel naar voren zullen komen.
De heer VAN OS: Wij hebben begrepen dat deze regeling de volle
dige instemming heeft van alle daarbij betrokkenen. Wij juichen dat toe
en wij hopen dat de regeling een gunstig effect zal hebben op de muzi
kaliteit van een groot aantal Bredanaars. Naar wij hopen zullen er veel
e openbare uitvoeringen worden gegeven, liefst in Het Turfschip.
De heer MANS: Aan het adres van de heer Roozeboom zou ik wil
len zeggen dat het na 14 maanden antwoord geven op vragen van een
raadslid op deze wijze het meest effectief is. Het is dan ook een me
thode die het college in deze zaken gaarne hanteert.'
De heer Crul heeft mij een beetje voor het blok gezet. Hij praat
over directie- en dirigentskosten. De moeilijkheid is dat de subsidiere
geling die thans aan de raad wordt voorgelegd is opgesteld n5 het advies
3, van de Somno en in samenspraak met de verenigingen. In het overleg
met de verenigingen heb ik nooit horen praten over het verschil tussen
u- directie- en dirigentskosten. Ik wil de heer Van Caulil wel toezeggen
dat ik hierover contact zal opnemen met de verenigingen. Zo nodig zul
len wij de interpretatie van dit artikel dan zodanig doen zijn, dat aan
de wens van de heer Van Caulil tegemoet wordt gekomen.
De heer VAN CAULIL: Daarmee ga ik graag akkoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voor
stel besloten.