313 15 MAART 1973. tie nog altijd open blijft voor informeel contact. De heer CRUL: Ondanks het feit dat Breda, Oosterhout en Etten-Leur in feite hetzelfde denken over de noodzaak om tot de vorming van een gewest te komen, is het toch niet mogelijk gebleken met elkaar aan de praat te komen. De P. A. K. -fractie is van mening dat vanuit deze raad op geen enkele manier de indruk mag worden gewekt dat Breda niet tot een volledig open gesprek bereid is. Ook op basis van de uitgangspunten van Etten-Leur en Oosterhout moet het ons inziens mogelijk, zijn tot een discussie te komen. Het preadvies zou, ondanks de voorzichtige bewoor dingen, de indruk kunnen wekken dat de huidige situatie voor ons bete kent dat de mogelijkheden voor een overleg zijn uitgeput. Onze fractie is het daarmee niet eens. Zij wil voorkomen dat dit preadvies een zoda nige betekenis gaat krijgen. Bovendien menen wij dat het ontbreken van een samenwerking tussen alle gemeenten in West-Brabant steeds zwaar der zal gaan wegen. De beslissingen over de tweede nationale luchthaven zijn er een voorbeeld van. Er zijn tal van andere voorbeelden aan te wij zen, die het noodzakelijk maken dat er nauwer wordt samengewerkt. Naar onze mening moet het preadvies op een andere manier bena derd, dan wel gewijzigd worden. Wij stellen u voor wat dat betreft uit de twee volgende mogelijkheden te kiezen. Het preadvies zou door het college ingetrokken kunnen worden, terwijl de brieven van Etten-Leur en Oosterhout dan aan punt 3 van de agenda kunnen worden toegevoegd, zodat zij voor kennisgeving kunnen worden aangenomen. Via informele weg zouden de fracties dan overleg kunnen plegen met de raden van Oos terhout en Etten-Leur. Een tweede en ons inziens betere manier is het preadvies te laten ver vallen voor wat betreft de alinea's die staan op de pagina's 2 en 3, behal ve de alinea betreffende de briefwisseling met Oosterhout. Het resterende preadvies zouden wij dan kunnen aanvullen met een voorstel, waarin wordt uitgesproken dat uit alle fracties in deze raad een commissie van goede diensten wordt benoemd, die op basis van de intenties van Etten-Leur en Oosterhout een poging doet om een open gesprek tot stand te brengen over de gewestvorming tussen de raden van Breda, Oosterhout en Etten-Leur. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Er is een hoop correspondentie heen en weer gestuurd op verzoeken van raden door colleges van burgemeester en wethouders van Etten-Leur, Oosterhout en Breda. Daarin komen allerlei constructieve en destructieve zinswendingen voor, maar de schrijvers ko men elkaar, helaas, niet bepaald nader. Ik heb de indruk dat die brieven over de hoofden van de bevolking van West-Brabant heen gaan. Als buiten staander snap je helemaal niet hoe zoiets mogelijk is. Ik geloof dat men over het algemeen van oordeel is dat het gewest West-Brabant er liefst zo snel mogelijk moet komen. De wegen die daarheen leiden lopen evenwel niet samen. Hoe krijgen wij die wegen bij elkaar? Wij zijn als raad van Breda bezig met en in de regio-raad. Uitdrukkelijk wil ik nog eens stellen dat de fractie van D'66 die regio-raad ziet als een platform, waarop de meningen elkaar kunnen ontmoeten en waar, op het practische vlak, ge zamenlijk gewerkt kan worden. Wij doen daaraan mee, maar wij staan nog steeds op het standpunt dat die regio-raad niet mag uitgroeien tot een al te geïnstitutionaliseerd orgaan dat niet meer weg te denken of weg te werken valt. Naar onze mening moet die regio-raad op ieder gewenst mo ment, en misschien zo snel mogelijk, worden ingeruild voor een direct gekozen gewestraad. Daaraan zal de gemeenteraad van Breda langs aller lei wegen moeten blijven werken. Dat is de reden waarom ik niet akkoord kan gaan met uw preadvies. Met name heb ik bezwaar tegen de volgende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 313