317 15 MAART 1973. met het preadvies van het college. De heer CRUL: Op de suggestie die wij hebben gedaan bent u niet al te diep ingegaan. Met ons voorstel hebben wij het informele contact, dat waarschijnlijk toch wel tot stand zal komen, een 'basis willen geven die nodig is om tot een goed overleg te komen. Onze fractie ziet de functie van dit preadvies niet; het kan alleen de weg die misschien nog open ligt frustreren en dat willen wij voorkomen. Daarom doe ik nog maals een beroep op de raad en op het college om het preadvies terug te nemen en de desbetreffende correspondentie aan agendapunt 3 toe te voegen. U hebt gezegd dat er tussen de drie raden al vele onderlinge gesprek ken zijn gevoerd. Dat is juist. Een officieel gesprek met de gemeente raden is echter nog steeds niet gevoerd. Dat is niet de schuld van Breda. Wij willen dan ook niemand iets verwijten. Toch komt het ons voor dat een overleg tussen die raden wellicht verhelderend kan werken. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik heb ernstige bezwaren tegen de pas sage in het preadvies, waarin wordt vermeld dat de gemeente Breda thans geen verdere stappen kan ondernemen. Die uitspraak is te definitief, waar bij ik mij niet kan neerleggen. Als dat tot gevolg moet hebben dat ik mij tegen het preadvies moet uitspreken, doe ik dat bij dezen. De heer DEES: Niemand zal kunnen ontkennen dat dit preadvies de feitelijke situatie weergeeft. De heer Crul wil de mogelijkheid tot over leg open laten, terwijl hij niemand verwijten wil maken. Als er al ver wijten gemaakt zouden kunnen worden, dan zouden die zich naar mijn mening dienen te richten tot Etten-Leur en Oosterhout. Zij weigeren im mers op welke manier dan ook mee te werken aan de vele taken die in deze regio liggen. Door deze opstelling worden de belangen van de re gionale bevolking tekort gedaan. De heer KROON: Iemand die van de hele geschiedenis op de hoogte is en kennis heeft genomen van de vele correspondentie, zal weten dat de gemeente Breda en de regio al het mogelijke hebben gedaan om Etten- Leur en Oosterhout hierbij te betrekken, en wel op een dusdanige manier dat er van een grote lankmoedigheid kan worden gewaagd. Op een gege ven ogenblik moet men tot de conclusie komen dat het absoluut niet kan. Deze conclusie is in dit preadvies tot uitdrukking gebracht. Daarom wil ik dit preadvies onverkort handhaven. De VOORZITTER: Dames en heren. Wij zijn hier bijeen om een be slissing te nemen naar aanleiding van dit preadvies. Over die beslissing mag geen onduidelijkheid bestaan. Het terugnemen van dit preadvies zou mijns inziens de onduidelijkheid alleen maar vergroten. Wij schieten daarmee niets op. Op dit ogenblik is geen succes te verwachten van een nader contact met de gemeenten Etten-Leur en Oosterhout. Het is wat irreeel om in de bestuurscolleges opnieuw pogingen te doen dergelijke contacten tot stand te brengen. Het blijft "hengelen", dat naar alle waar schijnlijkheid geen enkel resultaat zal opleveren. Als er enige mogelijk heid zou zijn om enig licht in deze zaak te doen schijnen, dan zouden wij die zeker aangrijpen. Ik kan u alleen maar toezeggen dat wij een open oog zullen blijven houden voor de mogelijkheden die er zijn. Voor mij betekent dit echter toch dat wij dit preadvies zullen moeten aanvaarden, teneinde geen onduidelijkheid te laten bestaan over de situatie die nü be staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 317