313
22 MAART 1973
visserijen. Die mededelingen zijn bij mij zeer onduidelijk over
gekomen. Het is mij met name niet duidelijk of men bij de vis
serijinspectie op de hoogte is van de maatregelen die nu door het
Waterschap zijn voorgeschreven. Intussen heeft deze zaak de nodige
aandacht gekregen. Er zijn zelfs vragen over gesteld in de Kamer,
waarbij ook sprake is van eerdergenoemde brief van november 1972.
De grote moeilijkheid bij onze besluitvorming is nu dat er na
die tijd nogal wat gebeurd is. Ik noem de nota van het Waterschap
waarin bepaalde maatregelen worden voorgesteld die, toen de brief
van 1 november uitging, niet bekend waren. Het spijt mij zeer
dat het noch uw college noch de Baroniese hengelaars -- hiernaar
heb ik, zoals ik al gezegd heb, gei'nformeerd -- gelukt is een ad
vies van de visserijinspectie te krijgen. Bij de hearing was een
k inspecteur van de visserijinspectie aanwezig, maar zijn verhaal
s heeft mij niet erg overtuigd.
De voorzitter heeft in zijn voorwoord waarschijnlijk gedoeld op
l" enige notities die in verband met de Emerput door de heer Leenders
1 naar voren zijn gebracht. Ik heb veel waardering voor dit schrijven
van de heer Leenders. Hij heeft zijn hart verpand aan de Haagse
Beemden -- dat moge u bekend zijn -- en hij schrijft niet zo maar
wat. Datgene wat de heer Leenders hier naar voren brengt is wel
degelijk de overweging waard. De heer Leenders geeft een alter
natief aan dat volgens zijn gegevens direct uitvoerbaar is. Daardoor
wordt de volgens hem riskante lozing in de Emerput vermeden.
Uiteraard zijn aan hetgeen door het Waterschap voorgesteld wordt
enige risico's verbonden. Het alternatief van de heer Leenders be
tekent bovendien een besparing van kosten voor de C. S. M. en de
gemeente. Ik acht het daarom van belang deze brief bij de be
schouwingen te betrekken. Ik neem aan aat deze brief niet alleen
aan de raadsleden, maar ook aan uw college is gestuurd en dat uw
college, al was de termijn misschien erg kort, een mening over dit
alternatieve plan heeft. Voordat ik mijn standpunt definitief zal be
palen zou ik op datgene wat ik nu naar voren heb gebracht graag
een antwoord hebben, waarbij ik zeer nadrukkelijk wil stellen dat
in u niet direct moet antwoorden dat er geen tijd meer is, want dit
alternatieve plan is volgens de heer Leenders direct uitvoerbaar en
tevens -- dat is toch ook wel van belang -- kostenbesparend. Voor
ik mijn standpunt bepaal zou ik graag uw mening hierover horen.
De heer VAN MERKOM: Het spuiten van bietenspecie in de
Krouwelaar-haven zal worden beëindigd, gelukkig niet doordat er
geen bieten meer zijn of doordat de afzet van producten vervaardigd
uit bieten gestopt is, neen, volgens het voorstel van het college
blijven de peeën komen tot het jaar 2000 of later. De peeën zijn
echter vies. Dat blijven zij voorlopig en dat is dus het probleem
waar het om gaat. Het vorig jaar had uw college een voorstel
om te komen tot het lozen van bietenspecie in de Emerput. Dit
voorstel heeft de raadsvergadering met gehaald. Waarom niet?
Is het Waterschap toen gehoord? Zo ja, hoe luidde dat advies?
Of is het voorstel toen teruggenomen vanwege de huurovereenkomst
met de Baroniese hengelaars'? Misschien is het nuttig dat de wet
houder wat dat betreft het verleden de revue laat passeren. Ik
geloof, hem kennende, dat hij dat ook wel zal doen. Inmiddels
1 zijn er vier maanden verlopen en is ons, twee weken geleden,
e een nieuw voorstel voorgelegd. In wezen is het eigenlijk hetzelfde