326
22 MAART 1973
jaren als viswater kan functioneren, gezien enerzijds het grote aan
tal sportvissers en Breda en anderzijds het ten opzichte van de geringe
oppeivlakte goede viswater, te overwegen te zoeken naar mogelijkheden
om de bietenspecie elders te storten dan wel nieuw, compenserend
viswater aan te leggen. Dat is ongeveer de teneur van de brief van
de visserijinspectie. Hetgeen ik aan post bij mij had heb ik nu be
sproken en ik zal nu de vanuit de raad gestelde vragen nog even
doornemen.
De heer Kroon heeft gezegd dat er bij deze oplossing aan de in
dustrie tegemoetgekomen is. Ik heb, op verzoek van de heer van
Merkom, het verleden al aangehaald en gezegd dat wij door deze
oplossing juist aan de recreatiebehoeften tegemoet zijn gekomen.
Het terrein heeft de bestemming "industrie" en wij hebben het de
sportvisserij mogelijk gemaakt daar te blijven. Het advies
van het ministerie van landbouw en visserij is al door mij besproken.
De alternatieve oplossing van de heer Leenders is gebaseerd op twee
uitgangspunten die niet gerealiseerd kunnen worden. Ik zal het ad
vies van de dienst openbare werken van vanmorgen de volgende
keer voor de leden van de afdeling openbare werken ter inzage leg
gen.
Het verleden is gereleveerd op verzoek van de heer Van Merkom.
Ik heb al verklaaid waarom het vorige stuk niet in de raad is ge
komen. Ik maak er bezwaar tegen als de heer Van Merkom en an
deren spreken over een schermpje; als de heer Van Merkom het niet
gezegd heeft heb ik het verkeerd genoteerd. Het scherm is een deug
delijk, imposant stuk werk dat een "stuk" garantie biedt. "Wat
doen wij in 1999?", heeft de heer Van Merkom gevraagd. Dat zullen
wij dan met elkaar moeten overleggen. Dat klinkt misschien wat
merkwaardig, maar tegen die tijd zullen wij met de wetenschap
van de techniek die wij dan hebben bekijken wat wij moeten doen.
Ik wil er nog op wijzen dat de hoeveelheid die de C.S.M. volgens
deze overeenkomst mag storten niet voldoende is om de Emerput
totaal van de kaart te doen verdwijnen, als ik het zo mag uitdruk
ken. Er kan altijd nog verder gestort worden in de Emerput.
Mevrouw Van Rooi] heb ik al geantwoord.
De heer Crul heeft gezegd dat er onvoldoende informatie is ver
strekt. Ik dacht in de toelichting gezegd te hebben wat wel en wat
niet de bedoeling is. De bestemming van de gronden van de C. S. M.
is op dit moment: industrieterrein. De opslag is niet blijvend het is
een opslag voor één jaar. De C. S. M. maakt gebruik van de hele
put; zij mag ca. 750.000 m3 bietenspecie storten.
De heer CRUL: Op welk moment gaat men buiten het scherm
storten
Wethouder VAN DUN: Op geen enkel moment, behalve misschien
op het laatste moment. Men gaat van de kant af storten; men zal
dus altijd achter het scherm blijven storten tot het moment aan
breekt dat er nog zo weinig over is - en dat is niet vóór 1999 -
dat er "amen" gezegd moet worden tegen de sportvisserij in de
Emerput. Ik kan mij voorstellen dat het scherm dan verdwijnt.
Ik zou nog één opmerking willen maken; ik bevind mij dan
gedeeltelijk op het terrein van collega van Graafeiland. De heer
Crul vergist zich als hij zegt dat wij nog zo veel industrieterrein
in voorraad hebben dat wij de eerste jaren nog vooruit kunnen.