331
22 MAART 1973
nomen werden. Het gaat echter niet om de vraag of de motie al
dan niet op het juiste tijdstip is ingediend, maai om de vraag of
de inhoud juist is of met.
Ik zou nogmaals duidelijk willen stellen dat een deel van de
raad de recreatie wil verdedigen en van mening is dat van de
C.S.M. gevraagd mag worden dat zij zo snel mogelijk een defini
tieve oplossing gaat zoeken, al zal die inderdaad meer geld gaan
kosten. Ik ben er nog steeds niet van overtuigd dat de werkgele
genheid in gevaar komt als wij vanavond dit voorstel verwerpen
en de motie van de heer Crul, waarin voorgesteld wordt de C.S.M.
een jaar de gelegenheid te geven om een definitieve oplossing te
zoeken, aannemen. Als de werkgelegenheid in gevaar zou komen
zouden wij dat, denk ik, vanavond nog telefonisch te horen krij
gen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik ben in eerste instantie begonnen
met te zeggen dat ik het jammer vond dat alle groeperingen die
in oktober hier op het gemeentehuis een gesprek hebben gehad met
een aantal mensen van het gemeentelijk appaiaat en met de wet
houder verder niet bij de procedure zijn betrokken en dat zij geen
inbreng hebben kunnen leveren bij de wijzigingen van het voorstel.
Dat hebben zij zelf ook betreurd. Kort vooidat dit voorstel in de raad
behandeld zou worden hebben zij de nota's losgeweekt" van het ge
meentehuis. Dat betreur ik bijzonder, te meer nu blijkt dat het al
ternatief van de heer Leenders pas op het allerlaatste moment inge
diend kon worden. Dat had helemaal niet zo moeten zijn. Ais er
meer groeperingen betrokken waren geweest bij de voorbereiding
had de heer Leenders dit alternatief twee of drie maanden eerder
kunnen indienen. Dan zou er alle tijd geweest zijn om het rustig
te bekijken en er ambtelijk advies over te vragen. Nu moeten wij
het in vogelvlucht beoordelen en moeten wij op voorhand aanne
men dat ae informatie die de wethouder verstrekt heeft definitief
is. Ik vind dit betreurenswaardig en het is voor mij een reden te
meer om de motie van de heer Crul te steunen. Daann wordt im
mers gevraagd nog meer alternatieven te bestuderen. Ik vind ook niet
dat de zaak zo verschrikkelijk haastig behandeld moet worden. Het
terrein ten noorden van de Emerput wordt een jaar als noodoplossing
gebruikt. Ik zie niet in waarom dat niet twee jaar zou kunnen zijn.
Is daar een bepaalde reden voor? Dat is eigenlijk het belangrijkste
wat ik wilde zeggen. Ik vind het jammer dat de betreffende groepe
ringen niet eerder bij de zaak betrokken zijn.
Naar aanleiding van hetgeen de heer Kroon zo verontwaardigd
over de motie van de heer Crul heeft opgemerkt wil ik nog zeg
gen dat ik het verstandig vind moties zo vlug mogelijk in te dienen.
Men legt zijn standpunten dan natuurlijk wel een beetje vast, maar
daar kan men in tweede instantie op terugkomen. Dat is helemaal
geen punt. Hoe eerder men de zaken kan overzien en hoe eerder
men er over kan praten, hoe beter het mij lijkt.
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik ben het met eens
met hetgeen in de motie gesteld wordt. Ik geloof niet dat het stor
ten van bietenspecie in de Emerput onaanvaardbare schade toebrengt
aan het milieu. Ik voor mij heb wel vertrouwen in de techniek en
ik heb ook vertrouwen in het scherm. Wij hebben in Nederland op
waterbouwkundig gebied wel grotere experimenten tot een goed einde