337 22 MAART 1973, Hierna wordt de vergadering gedurende enkele ogenblikken geschorst. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Degenen die. om schorsing gevraagd hebben zijn inmiddels terug in de vergaderzaal. Ik wilde niet voorstellen de beraadslagingen te hervatten, In de veronder stelling dat de heer Crul zijn motie handhaaft moeten wij ons eerst uit spreken over deze motie, die ingediend is door de heer Crul, mevrouw Willems, mijnheer Mensen, mijnheer Van Os, mevrouw Van Nes en me vrouw Paulussen, De heer SANDBERG: Ik zou graag een stemverklaring afleggen na mens de voltallige fractie. Uit de discussies is ons gebleken dat alterna tieven voor de lozing van bietenspecie op dit moment niet voorhanden zijn. Uit de discussie is eveneens gebleken dat die alternatieven zich niet op korte termijn zullen aandienen. In de tweede plaats heeft onze fractie in overweging genomen de factor werkgelegenheid; zij heeft zich daarbij niet beperkt tot de werk gelegenheid bij de C.S.M. uitsluitend. Wij durven op dit moment geen vage veronderstellingen te doen over de consequenties van het afstemmen van het voorstel voor de C. S. M, zelf, maar wij willen toch graag een aspect aan de orde stellen dat tot dusver minder op de voorgrond is geko men en dat is dat wij straks in Breda industriegrond zullen moeten aanleg gen e'i vervolgens ook zullen moeten verkopen. Juist dat verkopen zou een bijzonder bedroevende zaak zijn wanneer er midden in het te verko pen industriegebied een terrein zou liggen waarop bietenspecie geloosd zou worden. Wij achten de verkoopbaarheid van dat industrieterrein dan gering en daarmee zou de werkgelegenheid in Breda in groot gevaar kun nen komen, In de derde plaats heeft de brief van het ministerie, directie visse rij, ons gesterkt in onze opvatting dat wij het voorstel van uw college kunnen aannemen. Wij zien er in ieder geval een aanleiding in om niet te overwegen de C. S. M„ te verplichten voor een termijn van één of twee jaar grote investeringen te doen, zodat daarmede deze zaak uitgesteld zou kunnen worden, want die investeringen zouden dan op korte termijn bijzonder verliesgevend kunnen blijken wanneer er andere oplossingen gevonden zouden moeten worden. De motie van het P. A.K. wijzen wij af, dat zal u duidelijk zijn. Het voorstel van het college zullen wij steunen, daarbij aantekenend dat wij van mening zijn dat de gemeente moreel verplichtingen heeft ten aanzien van de visserijsportbelangen en na het aannemen van dit voor stel zou moeten gaan zoeken naar alternatieve mogelijkheden voor de hengelsport. De heer VON SCHM1D: Ik zou graag eveneens een stemverklaring afleggen. In tegenstelling tot de heer Sandberg meen ik dat vanavond niet duidelijk is aangetoond, noch door het college, noch door iemand anders, dat het aannemen van de motie van de heer Crul de werkgele genheid in Breda in gevaar brengt. Dat argument kan dus geen invloed uitoefenen op mijn slembepaling. Het tweede punt dat meespeelt bij het bepalen van mijn stem is dat ik van mening ben dat de wethouder in zijn beantwoording een beetje vreemd met brieven omgaat, want ook in de tweede brief van het mini sterie van landbouw en visserij staat duidelijk dat een scherm geen abso lute garantie biedt. Ik meen dus dat hetgeen de heer Casimir gezegd heeft absoluut niet ontkracht wordt door deze tweede brief. Dat vind ik een argument dat niet gebruikt mag worden en mede op die grond zal ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 337