33 4 JANUARI 1973 zorgen da£ het exploitatieverlies wordt goedgemaakt. Ik schudde die 500. 000, -- op dit moment zonder meer uit mijn mouw; als ik dit verifieer met het preadvies, blijkt het een redelijk gemiddelde te zijn tussen 600. 000, en 400. 000, Het is mij volstrekt duidelijk dat de heer Van Os niet heeft be doeld en ook niet heeft gezegd dat hij streeft naar een vastgestelde pachtsom. Als hij echter vraagt of er suggesties kunnen worden gedaan rond de huurprijs, kan ik hem zeggen dat iets dergelijks alleen van te voren kan worden gedaan als men gaat praten over vaste bedragen. Dit willen wij geen van allen; derhalve kan ik niet zeggen hoe de huurprijs zich in de toekomst gaat ontwikkelen. De heer VAN OS: Men kan ook praten over een minimumbedrag.' Wethouder VAN GRAAFEILAND: Wél is reeds in eerste termijn reeds vastgesteld dat de minimale huursom 125. 000, -- bedraagt. Ik wil hier bij echter verwijzen naar de overeenkomst, artikel 11, lid 4. Daarin is één van de wegen, waarlangs wij een en ander oplossen, geregeld. Ik doel hierbij op het geval, waarin de pachtsom om enigerlei reden op jaarbasis minder dan 125. 000, -- bedraagt. Dit geldt echter alleen voor uitzonderlijke gevallen. Ik ben blij dat de heer Sandberg zijn motie intrekt. Het zou wei nig zinvol zijn haar te handhaven, gelet op mijn toezegging dat alle artikelen, die voortspruiten uit het kettingbeding, aan de raad zullen worden voorgelegd. De vraag van de heer Severens is reeds grosso modo beantwoord door mijn collega, de wethouder van cultuur. Inderdaad spruit het be treffende voorstel voort uit de economische sector. De heer Severens zal het mij dus niet kwalijk kunnen nemen dat het voorstel die signa tuur heeft. Ik wil nog even ingaan op de nadere definiëring van de heer Se verens van gemeenschapsactiviteiten. Het gaat met name om de niet commerciële activiteiten. Ik. meen dat de heer Sandberg middels het carnaval reeds bijzonder aardig heeft aangegeven dat het "verrekte moeilijk" is onderscheid te maken tussen gemeenschapsactiviteiten en commerciële activiteiten. Niemand zal aan het carnaval een commer cieel tintje kunnen ontzeggen. De heer SEVERENS: Het zal de wethouder duidelijk zijn dat het jeugdcarnaval en het bejaardencarnaval tegen de geldende tarieven niet kunnen worden gehouden. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Gebleken is dat het bejaarden carnaval in Het Turfschip de laatste keer meer geslaagd is geweest. Het is mogelijk gebleken iets dergelijks op touw te zetten tegen de tarieven van 1972. Dat is dan ook in de overeenkomst geregeld. Ove rigens heeft wethouder Mans hierop reeds uitgebreid geantwoord. De heer Crul heeft opgemerkt dat door niemand meer wordt on derschreven wat de commissie ad hoe heeft bedoeld. Dat slaat bij mij in het geheel niet aan. Ik meen dat door iedereen nog steeds wordt on derschreven wat de commissie ad hoe heeft bedoeld met haar opmerkin gen rond gemeenschapsactiviteiten. De commissie ad hoe heeft alleen niet weten waar te maken - dat onderschrijft de heer Crul ook - door wie dat betaald moet worden. Door dit college is nooit gesuggereerd dat door deze oplossingen rond de Turfschip-problematiek enige verruiming zal kunnen plaatsvinden. Ook daaromtrent heeft wethouder Mans reeds het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 33