22 MAART 1973,
346
gratieveld liggen. Binnen het integratieveld blijft er flexibiliteit bestaan
en wel zodanig dat van een harmonie van de verschillende doeleinden
sprake is. Het is juist de bedoeling van deze werkwijze weer te geven dat
die flexibiliteit in feite aanwezig is en dat een stuurbaarheid mogelijk
is, ook in de tijd. Een bepaalde benadering die nu opgang doet kan in
een volgend decennium of in een volgende periode van een x aantal ja
ren gerelativeerd worden. Het opstellen van dit beleidsinstrumentarium
geeft ook weer dat wij nog steeds in harmonie zijn met de verschillende
ingangen, ook al verschuift het accent in een volgende periode naar een
ander vlak van het integratieveld. Wij willen een bewuste keuze doen
die afgestemd is op de maatschappijvisie van nu, maar die ruimte geeft
aan de verdere ontwikkeling van die maatschappijvisie en wel zodanig
dat er een bepaalde verschuiving kan plaatsvinden zonder in disharmonie
te raken. Die beweegbaarheid wordt weergegeven in het volgende plaat
je waarin u ziet dat de accentueringen binnen het integratieveld welis
waar in de tijd verschuiven, maar dat bepaalde tijdelijke accentuerin
gen toch binnen de reikwijdte van de doelstellingen blijven. Daarmee
zijn enerzijds de hoofdlijnen van de gedachtengang gebleven, terwijl an
derzijds de flexibiliteit geëerbiedigd wordt.
Als u de achtergronden die ik hier genoemd heb vergelijkt met het
rapporteringsschema zult u ontdekken dat al deze stappen successievelijk
in de verschillende hoofdstukken van dat rapporteringsschema van de der
de fase van het werk gevolgd zijn en dus voor ons, die daarmee gewerkt
hebben, klaarblijkelijk realiteitswaarde hebben. Wij hopen dat ook dui
delijk naar buiten te brengen op het moment dat de derde rapporterings-
fase zal zijn afgerond.
Hierna wordt gedurende enkele ogenblikken gepauzeerd.
Na de pauze wordt het voorzitterschap waargenomen door de heer
Van Dun.
De VOORZITTER; Ik heropen de vergadering. Om niet de indruk bij
u te wekken dat wij op *s rijks kosten een college planologie krijgen van
de heer Van Hezewijk en andere leden van de stuurgroep zou ik er op wil
len wijzen dat wij de kennis van de methodiek waarmee wij werken voor
u onontbeerlijk achten om straks thuis te kunnen geraken in het derde rap
port. Om u een voorbeeld te geven van het van onze kant toepassen van
deze methodiek op datgene wat straks tot een binnenstadsplan zal moeten
groeien zou ik de heer Van Hezewijk nog enkele minuten het woord wil
len geven. Hij zal u de tekening duidelijk maken die u hier ziet en die
betrekking heeft op de ruimtelijke neerslag van de modellen of, anders
gezegd, op de vraag wat de keuze van een van de vier modellen voor
ruimtelijke consequenties heeft voor de binnenstad van Breda.
De heer GEENE; Als de heer Van Hezewijk toch het woord krijgt zou
hij dan de moeite willen doen enige toelichting te geven op het volgende.
Een van mijn collega's merkte zojuist op dat wij het vanmiddag over de
kuil hadden en dat wij er nu in zitten. Er is zojuist een dia geprojecteerd
waarop tussen de vier denkmodellen over en weer relatiepijlen waren ge
tekend. Toe-o zijn wij gaan denken aan de voetbaltoto en het aantal mo
gelijke combinaties daarbij. Dat is in dit geval zeker niet de bedoeling
geweest. Zou mijnheer Van Hezewijk nog even willen verduidelijken wat
hij precies bedoeld heeft met die onderlinge relaties? Als men al die fa
cetten over en weer moet gaan bekijken ontstaat er een kluwen waar op
den duur geen sterveling meer uit kan komen.