358 22 MAART 1973, veau, hetzij doorgaat naar stadsdeelniveau, een typische relatie met de binnenstad wordt verondersteld. Met name bi] de programmering van het voorzieningenniveau in de Haagse Beemden moeten wi] daar zeer uitdruk kelijk rekening mee houden, In die zin is er een onverbrekelijk verband, maar het een is niet afhankelijk van het ander. De heer VAN BANNING; Is de keuze van de modellen voo*: de binnen stad dan niet bepalend voor hetgeen u in de Haagse Beemden gaat doen? De heer VAN DER LEST; Het gaat hier nogmaals gezegd primair over het niveau van de voorzieningen. Dat roept problemen op, dat weten wij en dat staat ook in het introductieprogramma. Bij de bepaling van het voorzieningenniveau van een stadsdeel -- dat zal de maximale omvang van de Haagse Beemden zijn -- moeten wij uitdrukkelijk rekening hou den met de binnenstad. Wij zijn ons er van bewust dat dat spanningen op roept. De heer AMERICA: Daarmee wordt gesuggereerd dat men de binnen stad los van datgene wat er direct omheen is kan bekijken, alsof er geen sprake is van een samenhang. De heer VAN DER LEST: Deze problematiek is uitdrukkelijk gesigna leerd in het zesde hoofdstuk van het tweede gedeelte. De VOORZITTER: Dames en heren. Ik wil u bedanken voor uw uit houdingsvermogen en degenen die aan deze kant van de tafel zitten en de gasten van elders dank zeggen voor hun aanwezigheid, [k spreek de wens uit dat in ieder geval bereikt is dat het komende derde rapport, waar wij ons wel wat van voorstellen, gemakkelijker gelezen kan wor den. De VOORZITTER sluit de vergadering te 22,00 uur. De Druk: B.S. W. - Breda,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 358