35 4 JANUARI 1973 Als de heer Crul de gelegenheid had willen nemen in dit kader een be stuurlijke bijdrage te leveren, binnen de daarvoor vastgestelde termijnen, dan had hij zitting moeten nemen in de begeleidingscommissie. Daarvoor heeft hij de gelegenheid gehad' Op dat moment was de heer Crul echter niet thuis; die verantwoordelijkheid wenste hij niet te dragen. Als hij dan nü komt met een dergelijke opmerking, benader ik die als een vorm van stuntwerk. De heer CRUL; Wij hebben er als fractie op geen enkel moment van de onderhandelingen, van het overleg of van de besprekingen in deze raad misverstand over laten bestaan dat wij vervangende werkgelegenheid en in dienstneming bij de gemeente als de belangrijkste punten in de overeen komst zagen. Ik behoef daarvoor geen zitting te nemen in de begeleidings commissie; daarover bestond geen enkel misverstand. Ik vind het onjuist dat de wethouder deze conclusie hier te berde brengt. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Het gaat niet om een misverstand aangaande de bedoelingen van de PAK-fractie terzake. De heer Crul heeft deze opmerkingen reeds eerder gelanceerd. Als de heer Crul terzake in vloed had willen uitoefenen, dan had hij dit beter kunnen doen door zit ting te nemen in de begeleidingscommissie. DSSrin is namelijk de gehe le afvloeiingsregeling uitgebreid besproken op een moment, waarop wel licht nog veranderingen hadden kunnen worden aangebracht. Overigens zeg ik nogmaals met nadruk dat de eis van de vervangende werkgelegen heid en het ongezien overnemen, onafhankelijk van de vraag of terzake vacatures bestaan bij de gemeente, ook door de vakbeweging is afgewe zen. De heer Crul stelt dat hij niet weet of er überhaupt iets geïnventari seerd is. Hij heeft naar mijn mening het preadvies niet goed gelezen. In het preadvies wordt nadrukkelijk gesteld dat een inventarisatie heeft plaats gevonden naar de kwaliteiten van de mensen, die bij Het Turfschip wer ken. Die inventarisatie heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een in dividuele opgave, die men heeft kunnen indienen. Daartegenover heeft ook een inventarisatie plaatsgevonden van de vacatures - ook naar aan leiding van de vraag terzake van de vakbeweging - die in 1972 bestaan en die in 1973 zullen ontstaan, met dien verstande dat iedere vacature in 1973 als zodanig op haar noodzakelijkheid zal worden beoordeeld. Daarbij komt tevens de vraag aan de orde, of een personeelslid van Het Turfschip dat nog niet aan het werk is daarvoor in aanmerking komt. Daarmee zijn naar mijn mening alle mogelijkheden geschapen om de kans op in diensttreding bij de gemeente zo groot mogelijk te maken. Ik wil erop wijzen dat iedere vacature, die momenteel vervuld kan worden, qua oproep eerst gaat naar Het Turfschip. Door de afdeling personeel van deze gemeente is een uitstekend, waterdicht systeem opgebouwd om dit niet "de mist in" te laten gaan. Wat dat betreft kunnen wij niet verder gaan. Ik zou de raad willen ontraden de des betreffende motie aan te nemen. Ik wil besluiten met het maken van nog enkele opmerkingen. In het begin van de eerste termijn heb ik gesteld dat naar onze over tuiging het nader overleg met de begeleidingscommissie én met de participanten heeft geleid tot een aanvaardbaar voorstel. Dat is ook grotendeels onderschreven, Ik ben daar bijzonder gelukkig mee. Uiter aard zal het geheel zich nog moeten gaan "zetten" en zal er ook een basis van vertrouwen moeten bestaan met betrekking tot de werkzaam heden van het stichtingsbestuur en die van de exploitant. Zonder een vertrouwensbasis kan eigenlijk überhaupt niet gewerkt worden. Ik zou willen besluiten met de hoop uit te spreken dat Het Turfschip in rustiger

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 35