366 12 APRIL 1973 nomen. Ik wil U verzoeken na te gaan of het mogelijk is aandui dingen naar Breda-West op de borden op te nemen. ANTWOORD. Wij achten een verwijzing "Breda-West" op de weg Rotterdam-Breda op dit moment niet nodig, omdat de verwijzingen aangepast zullen worden aan de stadsbewegwijzering. In het kader van deze beweg wijzering zal Breda ingedeeld worden in drie districten voorzien van een cijferaanduiding 1 (centrum), 2 (noord) en 3 (zuid). Elk van deze districten wordt weer in wijken verdeeld met de cijfer aanduiding 1 t/m 9. Voorbeeld: wijk 25 is de aanduiding voor wijk 5, die in district 2 is gelegen. VRAAG (d. d. 14 januari 1973 ing. art. 14 reglement van orde). De heer CRUL: De heer C. de Leeuw, Lorentzstraat 12, Breda heeft met U uitvoerig gecorrespondeerd over de vervanging van 26 totaal versleten houten bergingen bij het complex woningen aan de Lorentzstraat. Ik moge U voor deze correspondentie verwijzen naar Uw brieven d. d. 27 september 1972 en 12 januari 1973 de nrs. St/81603/81687 en St/6/93087. In de pers is o. a. in de bijgaande correspondentie uit de Stem van 22 december j. 1. aandacht aan deze aangelegenheid besteed. In de raadsvergadering van 24 juni 1971 werd reeds door de gemeente Breda een geldlening aan de bouwvereniging verstrekt ter gedeelte lijke financiering van de uit te voeren werken. Uit de reacties van de bouwvereniging en de inhoud van Uw cor respondentie maken de betrokken bewoners op, dat de gemeente en de bouwvereniging elkaar de schuld geven over de opgetreden toch wel onverkwikkelijke vertraging in de uitvoering van ae werken. Nadat ik van de reactie van de bouwvereniging en'de corres pondentie heb kennis genomen kan ik mij de reactie goed voorstel len. Het is een onaanvaardbare zaak, dat deze aangelegenheid, die nu reeds zo lang loopt nog steeds niet tot een oplossing is gebracht. Met verwijzing naar artikel 14 van het reglement van orde, stel ik U de volgende vragen: 1. Op welk tijdstip werd de vervanging van de betrokken bergingen bij de gemeente aan de orde gesteld? 2. Hoe is de stand van zaken met de uitvoering van het betrokken werk op dit moment, speciaal in verband met de bemoeiingen van - de welstandscommissie - de centrale directie van de volkshuisvesting 3. Op welke wijze kan de gemeente invloed uitoefenen op de spoe dige realisering van de bedoelde uit te voeren werkzaamheden? ANTWOORD. 1. De vervanging van de versleten houten bergingen bij het complex 12 eengezins- en 7 duplexwoningen van de r. k. woningbouwver eniging "St. Laurentius" door betonnen schuurtjes -- aanvankelijke opzet -- is door het bestuur van genoemde vereniging aan de orde gesteld bij schrijven van 19 april 1971, waarin ons werd ver zocht de goedkeuring van het plan bij de bevoegde instanties te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 366