12 APRIL 1973
7. Bijlage nr. 124
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWER
VING VAN ONROEREND GOED.
De heer VAN DUIJL; De punten 4. 6 en 7 van dit voorstel heb
ben betrekking op de aankoop van grond in verband met de recon
structie van de omgeving van de Tram- en Gasbrug. Nu ben ik in
kennisgekomen van het feit dat er ten aanzien van deze reconstructie
een aantal plannen is opgesteld. Ik heb ook gemerkt dat hierover
in het informatiecentrum aan het publiek informatie ter beschikking
is gesteld. Het bevreemdt mij enigszins dat deze informatie niet
aan de raadsleden ter beschikking is gesteld. Ik zou u bij deze wil
len verzoeken de informatie over de tram- en de gasbrug aan de
raadsleden ter beschikking te stellen, toch zeker in de leeskamer.
Wethouder VAN DUN; Mijnheer de voorzitter. Met uw instemming
wil ik gaarne toezeggen dat datgene wat ten aanzien van de tram-
en gasbrug al drie maanden in het informatiecentrum hangt ook in de
leeskamer voor de raadsleden ter beschikking en ter visie zal komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8. bijlage nr. 119
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK
KING TOT DE BUDGETTAIRE CAPACITEIT EN DE METHODE
VAN DE BUDGETVERDELING IN HET ALGEMEEN EN DE TE
VOLGEN WERKWIJZE MET BETREKKING TOT DE SAMENSTEL
LING VAN DE BEGROTING 1974 IN HET BIJZONDER.
De heer VAN BANNING; U had aanvankelijk voor dit onderwerp
een aparte raadsvergadering willen beleggen. Een aantal leden van de
afdeling financiën was echter een andere mening toegedaan, name
lijk dat dit onderwerp zou kunnen worden ingevoegd in een normale
raadsvergadering. Het feit dat u voor dit onderwerp een aparte raads
vergadering wilde beleggen accentueert het bijzonder grote belang
daarvan. Ik wil dus verzoeken om enige clementie van de zijde
van de raad, want het betreft een technisch onderwerp dat ik als
lid van de afdeling financiën van een dusdanig groot belang acht
dat ik er wat langer bij zou willen stilstaan.
Alvorens op het voorstel in te gaan zou ik gaarne enkele opmer
kingen vooraf willen maken. Het is mij bekend dat veel werk is
verricht door een aantal ambtenaren onder de leiding van een lid
van uw college en dat ook vele hoofden van diensten en bedrijven
met hun medewerkers in deze aangelegenheid betrokken zijn ge
weest. Vooral in de aanvang kwam het proces van meedenken in
deze wel zeer ingewikkelde materie moeilijk op gang. Ik wil hier,
mede namens mijn fractie, waardering uitspreken voor de studie en
het vele werk die aan dit voorstel ten grondslag liggen.
Alhoewel ik onderken dat over de materie verschillend wordt ge
dacht en dat ook in de vakliteratuur aandacht is besteed aan de
weg, die thans door Breda -- indien de raad dit goedkeurt -- wordt
ingeslagen, terwijl bovendien is gesteld dat hier sprake is van het
terugdraaien van de klok, moet ik concluderen dat het uitgangspunt