372 12 APRIL 1973 ling door de voorgestelde methode sterk teruggedrongen. Ten derde kan de zo nodige sanering in verband met de budgettaire positie door middel van de voorgestelde methodiek beter tot haar recht komen. Het voorstel behandelt drie onderwerpen, in de eerste plaats de budgettaire capaciteit, in de tweede plaats de methodiek der bud getverdeling en in de derde plaats de werkwijze met betrekking tot ae samenstelling van de begroting 1974. Over elk der drie onderdelen zou ik graag enkele opmerkingen willen maken. Op bladzijde 11 van het rapport over de budgettaire capaciteit vinden wij onder paragraaf 10 de behandeling van de recapitulatie van voorstellen en adviezen. Onder 2b wordt gezegd: "Winsten van bedrijven kunnen als algemeen dekkingsmiddel worden aangewend", terwijl onder 2c wordt gezegd: "De continuïteit ten aanzien van de hoogte van deze uitkeringen is gewenst". Ook onder punt 4 wordt nog gesproken over deze aangelegenheid. De winsten van de bedrij ven moeten naar mijn opvatting beslist geen sluitpost van de begro ting zijn, doch een reële basis dient tot stand te komen zoals overigens ook in uw voorstel op bladzijde 7 zeer nadrukkelijk tot uitdrukking komt. Ik ben het daar van harte mee eens, maar voor de goede gang van za ken wil ik nogmaals onderstrepen dat de winsten van de bedrijven geen sluitpost van de begroting mogen zijn. Vervolgens staat onder punt 4; "Bij een noodzakelijke verhoging van de eigen inkomsten kan verhoging van de winst door tariefverhoging uit een oogpunt van een billijke verdeling van de lasten de voorkeur ver dienen boven een belastingverhoging". Wij moeten in deze zin het woordje "kan" zeer nadrukkelijk onderstrepen. Ik zou ieder voorstel tot tarief- of eventueel belastingverhoging op zijn merites willen beoordelen, om vervolgens de voorstellen met elkander te vergelij ken. Ik heb hier in het verleden meerdere malen op gewezen en wil het ook nu naar voren brengen. Dit neemt echter niet weg dat ik mij in de totaliteit van de recapitulatie wel kan vinden. Mijn tweede opmerking betreft de methodiek zoals die in de no ta budgetverdeling is voorgesteld, met name ten opzichte van de vaststelling van de verdeelsleutel aangegeven op bladzijde 2, waar uitdrukkelijk uiteen wordt gezet op welke wijze u de vaststelling van de verdeelsleutel tot stand wil brengen. Wij gaan daarmede akkoord. Op het ogenblik kunnen voor de start practisch geen al ternatieve mogelijkheden gevonden worden, vandaar dat wij dan ook akkoord gaan met die start, zij het dat hier en daar wel wat zal moeten worden "bijgeschuurd". Hierbij wil ik nog onderstrepen wat te dien aanzien staat op blad zijde 3 van het voorstel zelf: "De methode van de budgetverdeling légt een sterke nadruk op de verantwoordelijkheid van de individuele leden van ons college en van de hoofden van de diensten en bedrij ven voor het hen toe te delen budget". Ook de heer Van Banning heeft hierover gesproken. Ik wil hierbij opmerken dat ook de kre dietbewaking hierbij moet worden aangesloten; bovendien rust een grote verantwoordelijkheid op het college en op de portefeuillewet houder, alsmede op de diverse hoofden van diensten. Mijn derde opmerking betreft de werkwijze voor de samenstelling van de begroting 1974, nader geconcretiseerd onder paragraaf 5 op bladzijde 6 van uw voorstel. Ook hiermede gaan wij akkoord, het geen betekent dat wij ook instemmen met het voorlopig reserveren van net bedrag van 1. 139.000,-- in afwachting van de methodiek. In de afdeling is door de wethouder van financiën toegezegd dat hierover uiterlijk in augustus nader zou worden beslist en wel in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 372