374 12 APRIL 1973„ houdingen bestaat. Naar mijn mening zal het beslissen per functie straks het totstandkomen van een totaal beleidsplan vergemakkelijken. Immers, wanneer alle verschillende beslissingscriteria per functie worden samen gebundeld ontstaat er al min of meer een totaal beleidsplan. De toetsing per portefeuille kan een goede aanzet zijn om tot het plan te komen. Laten wij er in ieder geval van uitgaan dat de financiële middelen in Breda beperkt blijven, met welke systematiek van indeling en van be groting wij die ook te lijf gaan. Om die reden heeft het op dit moment weinig zin te spreken van een al of niet sluitende begroting, met welke varianten dan ook. Er valt op dit moment namelijk niets over te zeggen. De kredietbewaking is essentieel. Tijdig moet worden gesignaleerd wanneer één en ander wordt overschreden, waarna dat moet worden me degedeeld aan de verantwoordelijke personen. In Breda zal overal, door alle functies heen en op elk niveau, een strak doorgevoerd kostenbewust zijn moeten worden gerealiseerd. De raadsafdelingen en de commissies van advies en bijstand zijn, nadat de diensten en bedrijven het nodige veldwerk hebben verricht, de meest aangewezen instanties om te spreken over de mogelijke activitei ten en over de activiteiten die niet meer mogelijk zijn wat betreft de procedure van de inspraak. Op dat moment moet uiteraard wél de ruim te per functie bekend zijn. Wij gaan met een nieuw systeem beginnen. Naar mijn mening is het goed ervan uit te gaan dat wij niet moeten trachten tegelijk met de aan vang van het gehele project een soort perfectionisme na te streven. Ook dit systeem zal een zekere mate van kinderziektes te verduren krijgen. De raadsafdeling voor financiën is de meest aangewezen afdeling om dit systeem zeer nauwkeurig te begeleiden. Ook vanuit de andere commis sies kunnen tekenen komen in de richting van de commissie van finan ciën, die dan adequaat kan inspelen op de problematiek die zich aan ons voordoet. Onze fractie gaat akkoord met de conclusies, vervat in het rapport budgettaire capaciteit en zij gaat eveneens gaarne akkoord met de me thodiek die omschreven is in de nota over de budgetverdeling. De heer CRUL: In verschillende begrotingsbehandelingen hebben wij tijdens de algemene beschouwingen de aandacht gevraagd voor het be leid, dat in feite de basis zou moeten zijn voor het opstellen van de be groting. Bij de behandeling van de algemene beschouwingen op 21 no vember van het vorige jaar hebt u zelf nogal uitvoerig aandacht besteed aan de behoefte om te komen tot een integraal beleidsplan. Op dat mo ment beantwoordde u ook de "tien geboden" van de heer Sandberg; mis schien komt de kwestie door het noemen hiervan vlugger in uw herinne ring terug. Op 21 november 1972 constateerde u dus dat een geïntegreer de beleidsplanning de basis zou moeten zijn bij het opstellen van de jaar lijkse en de toekomstige meerjarenbegroting. U weet dat de PAK-fractie deze stelling van u onderschrijft. Hoewel wij er in principe geen bezwaar tegen hebben de methode van de budgetverdeling voor 1974 onder bepaal de voorwaarden, waar ik nog op terugkom, te aanvaarden vinden wij in het voorstel toch te weinig uw visie, die u destijds geëtaleerd heeft en die wij onderschrijven, terug. Wij zien in het voorstel dus te weinig van die beleidsplanning. Dit zien wij ook niet in de conclusies noch in de concrete formulering van het voorstel, die in drie punten wordt vastge legd. Wij zien de budgetverdeling als een soort noodoplossing, omdat wij in de huidige situatie niet de beschikking hebben over een beter instru ment om tot die begrotingsbehandeling te komen. Wij zijn onder bepaal-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 374