383 12 APRIL 1973. ik van harte onderschrijf. Wij zijn dan ook bezig met een programma van kredietbewaking, dat goed moet worden uitgevoerd. Als de krediet bewaking wordt verwaarloosd kan natuurlijk nooit een sluitend geheel ontstaan. De instructies daarvoor zijn zelfs reeds uitgegaan, dus de kre dietbewaking hoort er duidelijk bij. Als wij erin zouden slagen de budgettering in de methodiek ter hand te nemen, als wij erin zouden slagen de raad daarin meer inzicht te ge ven en een duidelijke betrokkenheid bij de samenstelling van de begro ting te realiseren, na de kinderziektes overwonnen te hebben, kan het al leen maar voordelig zijn dat wij dit werk reeds gedaan hebben. De uit voering van het werkplan zal gepaard moeten gaan met de verantwoorde lijkheid van diensten, met de inschakeling van de raad, met de verant woordelijkheid van de portefeuillehouder en met kredietbewaking om ef fectief te kunnen werken. Ik heb enkele algemene punten genoemd en ik zou nu willen nagaan of ik bepaalde belangrijke onderwerpen ben vergeten. Als dit het geval is, moet ik mijn excuses aan de raad maken, maar er zijn zoveel opmer kingen gemaakt dat ik ze zelfs niet allemaal genoteerd heb. Het is mogelijk de verdeling van het budget aan te passen aan die sectoren, die een hogere prioriteit hebben dan andere sectoren. U vindt in de methodiek ook de kwestie van de reservering en van de beoordeling daarvan. U kunt zelfs nog verder gaan, als u dan maar aanwijst waar het vandaan moet komen. Het inzicht daaromtrent kan het college --en naar ik aanneem ook de raad -- op dit moment niet geven. De heer Van Ban ning heeft de vergadering van augustus genoemd. Wij moeten nu aanne men dat het wel september zal worden, ook in verband met de vakantie periode van de betrokkenen. Wij stellen ons echter voor met dit voorstel in de septembervergadering terug te komen. Als de gang van zaken an ders zal verlopen, zullen wij u dit zeker mededelen. Het systeem moet nog gaan functioneren en een goed samenspel van raad, college, ambtenaren, diensten en bedrijven is daarbij noodzake lijk. Deze woorden wil ik gaarne onderschrijven. In de afdeling financiën zou ik nog eens nader willen ingaan op de kwestie van de reserveringen, want daar zitten twee kanten aan. De ver schuiving in de budgetten moet mogelijk blijven; dat betekent dat men als ergens minder geld nodig zou zijn dit ergens anders moet inzetten. Aan de andere kant moet men, als men met budgetten en met eigen ver antwoordelijkheid werkt, de eigen zuinigheid honoreren die in een vol gend jaar tot iets grotere activiteit zou kunnen leiden. Ik meen dat ik vele vragen van de heer Sandberg reeds beantwoord heb. De toetsing per portefeuille leidt niet automatisch tot een totaal beleidsplan; misschien heb ik de heer Sandberg te dien aanzien verkeerd begrepen, maar het is mogelijk dat de voorzitter hierover nog iets wil zeggen. Het is bijzonder nuttig dat men de facetten per functie goed kent en qua prioriteiten goed beoordeelt, maar dit leidt natuurlijk niet automatisch tot een totaalplan. Dit is wat te gemakkelijk gesteld, maar dit kan wél bijzonder nuttig zijn bij de opzet van een totaalplan, want als men de prioriteiten in de eigen sector goed kent kan dit bij de beoor deling van een totaalplan waar een bepaalde weg mee wordt ingeslagen een groot voordeel opleveren. Lk meen dat ik de vragen van de heer Sandberg in de algemene be antwoording en met deze aanvulling behandeld heb. Naar mijn opvatting onderschrijft de heer Kroon onze benadering van de winstuitkering van de bedrijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 383