389 12 APRIL 1973. bij de voorbereidingen betrokken is. Ik heb in de commissie algemene zaken gevraagd of hiertoe geen mogelijkheid bestaat en ik wil deze vraag nu wederom op tafel leggen. Als een dergelijke mogelijkheid niet gevon den kan worden, is het naar mijn mening een taak van de commissies in ieder geval binnen die commissies zelf naar mogelijkheden te zoeken. De wethouder zegt dat er andere methodieken van sanering zijn. Er is gezocht naar een inspecteur en zelfs naar een wethouder te dien aan zien. Naar mijn mening heeft hij niet in zijn eigen kring gekeken, maar DS'70 heeft op dat terrein bijzonder veel ervaring. Misschien kan hij daar zijn voordeel mee doen. Wij hebben voorwaarden genoemd. Ik heb begrepen dat er richtlijnen zijn uitgegaan naar de verschillende portefeuilles, waarbij voorkomen wordt dat binnen de portefeuilles afspraken worden gemaakt die remmend zouden kunnen werken op het vaststellen van het beleidsplan. Wat de voor- en nadelen van de sluitende en niet-sluitende begroting betreft begrijp ik van de heer Van Banning dat een niet-sluitende begroting inhoudt dat men minder kan doen. Zo komt het bij hem over. Wij hebben daar al eens vaker over gesproken en dat is natuurlijk niet het geval. De heer VAN BANNING: Niet meer.' De heer CRUL: Niet meer. Jaar na jaar is gebleken dat wij in feite niets meer kunnen doen: wij staan gewoon stil. Dan moet men zich gaan realiseren dat er andere mogelijkheden zijn; men moet duidelijk zoeken naar de voor- en nadelen van de sluitende begroting. Tot nu toe is er van uit het college alleen maar op de voordelen van de sluitende begroting ge wezen. Wij menen dat te weinig is onderzocht welke voordelen een niet- sluitende begroting zou kunnen opleveren. Die voordelen zijn ook in ande re plaatsen aan de orde geweest. Helmond heeft duidelijk in zijn ontwikke ling voordeel gehad van de niet-sluitende begroting. Wethouder BROEDERS: Heeft u de memories van toelichting van de be treffende begroting gelezen? De heer CRUL: Wij hebben gesproken met de wethouder die "van on ze kleur" is; die kleur is in de huidige situatie rose. Hij heeft ons duide lijk gemaakt dat er mogelijkheden zijn, als de juiste paden bewandeld wor den. De voorzitter heeft tot slot gezegd dat het algemene beleidsplan in de commissie algemene zaken duidelijk aan de orde kan komen. Hij twijfelt eraan of dit op 7 mei zal kunnen gebeuren; naar onze mening is juni ook nog tamelijk vroeg. Wij zullen een zeer moeilijke weg inslaan om tot een nieuwe richting in de begrotingsbehandeling te komen. De heer VON SCHMID: Ik wil nog enkele punten aanstippen. Door het antwoord van de wethouder ben ik nog meer gesterkt in mijn gedachte, dat het voorstel als zodanig zeer positief beoordeeld moet worden. Juist het feit, dat het voorstel hier ligt, bewijst dat er al die tijd aan deze kwestie hard is gewerkt. Dit moet men tenminste veronderstellen; ik heb reeds over de verdienste daarvan gesproken. Het voornaamste is de grotere betrokken heid van de gehele raad bij de totstandkoming van de begroting. Ik zou nog eens duidelijk een relatie willen leggen tussen deze deelbe grotingen per portefeuille en de uiteindelijke integratie van het beleid. Wij moeten inderdaad stellen dat wij door het verder werken aan de totstandko ming, ook cijfermatig, van de portefeuillebegrotingen ook ervaring opdoen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 389