401 12 APRIL 1973. De heer VAN CAULIL: Ik zou een opmerking willen maken over agen dapunt 10. Wij hebben een lijst van kandidaten gekregen waar wij allemaal minstens twee keer op staan. Dit brengt mee dat wij straks opgesteld staan in het "voetbalelftal" en reserve staan als "tweede violist in het orkest". Wij zouden in de toekomst nu eens nuchter moeten gaan denken. Het com bineren van de afdeling openbare werken met de afdeling ruimtelijke orde ning is voor mij een duidelijke zaak, evenals het combineren van de afde ling economische zaken en de afdeling bedrijven. Ik zou de commissies per wethouder willen zien. Wij zijn dan lid van de ene en plaatsvervangend lid van de andere commissie. Dan kan volstaan worden met het opsturen van de agenda en de notulen, want dan heeft men met veertien mensen te maken, de leden en de plaatsvervangende leden. Wilt u er eens over na denken? Wij zijn toch al van die duizendpoten.' De heer KROON: Omdat de heer America mijn naam genoemd heeft wil ik nog even antwoorden. Ik kan verwijzen naar hetgeen de heer Von Schmid gezegd heeft, waaruit duidelijk blijkt dat deze zaak uitvoerig be sproken is in de afdeling algemene zaken en dat daar bepaalde standpun ten ingenomen zijn die zojuist ook door mevrouw Van Nes vertolkt zijn. De VOORZITTER: In het slotwoord van mijn kant zal ik eerst een paar zaken bespreken die nog genoemd zijn en waar ik blijkbaar het antwoord op schuldig gebleven ben. De inschakeling van het publiek waarnaar de heer Crul geïnformeerd heeft zal op dezelfde wijze moeten plaatsvinden als nu het geval is in de commissie algemene zaken, maar ook daar ge beurt het nog niet volledig; persoonlijk vergeet ik het wel eens. Het is na tuurlijk afhankelijk van de voorzitter, maar gezien de instelling van de diverse voorzitters van de commissies van advies en bijstand geloof ik dat het inderdaad zal gebeuren. De heer Crul heeft voorts gezegd dat in ieder geval de stukken die in de commissies algemene zaken aan de orde komen aan alle leden toege zonden moeten worden. Nu meen ik mij te herinneren dat in een aantal artikelen --ik noem geen nummers -- van de commissie algemene zaken de toezending van de stukken die in deze commissies aan de orde komen geregeld is. Dat betekent dat de raad bepaalde stukken, zoals de beslui tenlijsten, toegezonden krijgt. Mevrouw PAULUSSEN: Alleen de notulen, nadat ze goedgekeurd zijn. De VOORZITTER: Dat zal dan wel in overeenstemming met de reg lementen zijn. Wij zouden ons eens moeten bezinnen op het ter visie leg gen of het in ruimere mate beschikbaar stellen van bepaalde stukken, maar ik waag het te betwijfelen of het rondsturen van al die stukken effectief is. Ik spreek het woord van de freule niet na dat het gekkenwerk wordt, maar daar krijgt het toch wel iets van. Ik kan mij heel goed voorstellen dat men op gezette tijden geïnformeerd wil worden, maar dat behoeft niet te gebeuren door het distribueren van alle stukken; daar zie ik gewoon te gen op. Ik zal vervolgens nog iets uitvoeriger terugkomen op het verwijt dat gemaakt is dat wij de brief van 11 oktober van de Jeugdadviesraad niet be antwoord hebben. Dat spijt mij. Misschien kan de heer Mans er straks in het kort iets over zeggen. Dit is een ingewikkelde materie. De heer Ame rica heeft gelijk wanneer hij zegt dat hij tijdens de vorige raadsvergadering gevraagd heeft dit uit te zoeken. Het college van burgemeester en wethou ders heeft echter --ik zou dat nadrukkelijk willen stellen -- in het bestaan van de adviesraden geen aanleiding gezien om de instelling van de commis-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 401