12 APRIL 1973, 402 sies van advies en bijstand niet te doen plaatsvinden of uit te stellen. Dat is de reden geweest waarom zij deze zaak evenals de vorige keer nu graag in behandeling nemen. Ik teken daar opnieuw bij aan dat het mij nuttig lijkt dat aan de adviesraden een explicatie wordt gegeven van de wederzijdse functies, Ik geloof dat dat van de zijde van het college kan worden toegezegd. Ik kan niet duidelijker zijn, Ik weet niet of ik bepaalde boosheden heb weggenomen, maar ik zou u nu willen voor stellen toch over te gaan tot de instelling van deze commissies van ad vies en bijstand, in de hoop dat wij met behulp van deze commissies in de toekomst beter kunnen besturen. De heer Van Caulil heeft nog gesproken over agendapunt 10, het voorstel tot benoeming van leden en plaatsvervangende leden van de commissies van advies en bijstand. Hij heeft gevraagd of het niet an ders had gekund, Wij hebben er al zo veel moeite mee gehad om het op deze manier te doen. Als u een dergelijke boodschap hebt, dan zou het op een andere plaats gezegd kunnen worden. Ik kan er verder niets aan doen; de lijst die voor ons ligt heeft naar ik aanneem zelfs de in stemming van de totale raad. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER; Er is een nadrukkelijk verzoek uit de raad om voorrang te geven aan een bepaald agendapunt omdat van de zijde van de bevolking voor dit agendapunt grote belangstelling bestaat. Ik wil graag aan dat verlangen tegemoet komen; dat betekent dat wij in be handeling nemen: 23, Bijlage nr. 137. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET UITVOEREN VAN ENIGE BESTRATINGSWERKEN IN HET KADER VAN DE RECON STRUCTIE VAN DE GROTE MARKT. De heer SANDBERG; Het is nog maar een jaar geleden dat de V. V. D. in deze raad een initiatiefvoorstel naar voren bracht om de Grote Markt in één keer auto-vrij te maken. Ik ga nu even voorbij aan onze motie ven van destijds. Vandaag moeten wij constateren dat ons toenmalige voorstel wellicht te veel op veronderstellingen was gebaseerd en niet in de nabije toekomst gerealiseerd had kunnen worden. Ik durf best te er kennen dat wij, wanneer ons voorstel toen zou zijn aangenomen -- het werd overigens met een redelijke meerderheid door de raad verworpen, zoals u zich ongetwijfeld zult herinneren - -op dit moment hadden moe ten zeggen dat het een verkeerd voorstel was, Dat is niet zo erg; tenslot te had ons initiatiefvoorstel destijds het karakter van een experiment. Dat wil zeggen dat men later pas kan vaststellen of de uitgangspunten juist waren. De huidige situatie op de Markt is ook een experiment en bij de algemene beschouwingen heb ik reeds gezegd dat wij van mening zijn dat ook dit experiment een mislukking genoemd mag worden. Uw college is het daarmee eens. Ik heb indertijd gesproken over een doodse en verla ten vlakte en over de noodzaak van een geldinjectie wanneer men de zaak wil verlevendigen. Kennelijk was uw college het met die constate ring eens want vandaag krijgen wij een voorstel voorgelegd dat betrek king heeft op hef aanbrengen van een aantal ingrijpende wijzigingen op de Grote Markt. In de eerste plaats bevreemdt het ons dat er in het voorstel dat thans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 402