406 12 APRIL 1973 Grote Markt voor alle verkeer af te sluiten gewijzigd dient te worden als volgt: "Het is daarbij onder meer de bedoeling om behalve de gehele afsluiting van de Grote Markt op dinsdag- en vrijdagochtend (markt dagen) op zaterdag alleen het zuidelijk deel van de Grote Markt voor alle verkeer af te sluiten tussen 9. 00 uur en 18. 00 uur". Voldoende ondertekend zijnde maakt deze motie mede deel uit van de beraadslagingen. De heer VAN DUIJL: Daarnaast vragen wij ons af of het wellicht zin vol zou zijn bij de bestudering van het functioneren van de Grote Markt als ontmoetingscentrum het functioneren van het noordelijk deel van de Grote Markt en de daarop aansluitende straten te betrekken. Het zou denk baar zijn dat er door een ombuiging een betere aansluiting zou ontstaan van deze straten op de Boschstraat en, aan de andere zijde, de Reigerstraat en de Havermarkt. Daardoor zou het noordelijke gedeelte een levendiger aanzien krijgen. De concentratie die nu uitsluitend op het zuidelijke ge deelte plaatsvindt zou daardoor een wat grotere spreiding krijgen. Wij zijn van mening dat de vraag of in de toekomst inderdaad tot een algehele af sluiting van de Grote Markt dient te worden overgegaan open moet blijven. Naar onze mening zal het nog jaren duren voordat dit gerealiseerd kan wor den. Ik wil nog even ingaan op een stencil dat wij vanavond hebben gekre gen, en waarin opgemerkt wordt dat de gewone Bredase burger die op zijn gemak in de binnenstad wil wandelen wordt weggedrukt door het statusver- voermiddel de automobiel. Daar zit een grond van waarheid in. Een groot deel van onze burgers, de "grote burgers" rijdt over het algemeen auto, de "kleine" burgers rijden bromfiets. Het gemotoriseerde verkeer moet niet gaan overheersen, maar wij moeten ook aandacht besteden aan de burger met de misschien wat kleinere beurs die toch ook auto rijdt en die er be slist bezwaar tegen zal hebben als hij aan alle kanten wordt weggedrukt. Mevrouw PAULUSSEN: Er bestond bij de vorige behandeling van de Grote Markt in april 1972 geen misverstand bij de raad en het college over het feit dat alles in het werk zou moeten worden gesteld om de Gro te Markt weer als stedelijke ontmoetingsruimte te laten functioneren en de uiteindelijke situatie -- het volledig auto-vrij maken van de Grote Markt -- fasegewijs in te voeren. Wanneer men vertegenwoordigers van de ondernemers spreekt hoort men dit ook en van de gebruikers hoort men, via de enquête, hetzelfde. Nu ik de V. V. D. via de heer Sandberg en de K. V. P. via de heer Van Duijl gehoord heb weet ik niet of die overeen stemming nog bestaat. Er bestaat in ieder geval verschil van mening over de fasering. In het preadvies dat voor ons ligt staat dat naar een oplossing gezocht wordt met behoud van het uitgangspunt dat ik zojuist genoemd heb, maar met een tegemoetkoming aan de bezwaren van de beperkte bereikbaarheid en met tegemoetkoming aan de bezwaren met betrekking tot het ontbre ken van voldoende afwisseling en levendigheid binnen deze ruimte. Het lijkt ons een beetje zot dat de levendigheid op de zogenaamde stille da gen vergroot wordt door het toelaten van de auto op het zuidelijke gedeel te. Het begrip levendigheid wordt hier dan toch wel typisch geïnterpre teerd, levendigheid door blik, stank en lawaai. Naast die vergroting van de levendigheid door blik en stank wordt ook tegemoetgekomen aan de bereikbaarheid van de zakenpanden rond en in de omgeving van de Grote Markt. Maar maken wij onszelf niet iets wijs als wij stellen dat deze maat-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 406