407
12 APRIL 1973
regelen geen wijziging brengen in de uiteindelijk beoogde situatie? Zou
den wij zelfs niet moeten stellen dat deze maatregel de realisering van
de uiteindelijk beoogde situatie remt? Als men daarvoor kiest moet men
het ook duidelijk zeggen.
Het is ons inziens een goede zaak dat de trottoirs verbonden en ver
breed worden. Ten aanzien van de aankleding van het voetgangersdomein
wil ik u wijzen op een vicieuze cirkel waarin wij zijn aangeland. In de
conclusies van deel drie van het rapport staat op blz. 3:".dat in dit
stadium de ondernemers ook vrijwel niet bereid gebleken zijn zelf iets
aan deze aankleding te doen". De ondernemers, althans de vertegenwoor
digers van de ondernemers, beweren dat van de kant van de gemeente te
weinig medewerking is verkregen als zij op een bepaald ogenblik wel ini
tiatieven wilden ontplooien. Hoe kunnen wij die vicieuze cirkel doorbre
ken? Waar wordt creatief ingespeeld, hetzij van de kant van de gemeente,
hetzij van de kant van de ondernemers? In het zojuist genoemde rapport
wordt in zekere zin gezegd dat de ondernemers niet bereid zijn iets aan
de aankleding te doen, terwijl van hun kant juist wordt gesteld dat zij
op alle mogelijke manieren geprobeerd hebben aan de aankleding van
het voetgangersdomein iets te veranderen. Wat betekent de begeleidings
commissie met betrekking tot deze problematiek?
Over de bereikbaarheid zou ik nog het volgende willen zeggen. Voor
zover ik de stukken heb kunnen lezen wordt met betrekking tot de bereik
baarheid alleen maar gesproken over auto's. Waar wordt gesproken over
het openbaar vervoer in relatie tot de bereikbaarheid? Is onderzocht wel
ke invloed de opheffing van de bushalte in de St. Janstraat en daarna van
die bij het Bisschopshuis gehad hebben op de bereikbaarheid van de bin
nenstad? Deze bushalten hebben moeten wijken voor de parkeergelegen-
heden in de straten. Het gaat om de vraag: waar kiezen wij voor? Kiezen
wij voor de voetganger, kiezen wij milieubewust of kiezen wij op grond
van de economische aspecten die er voor een aantal burgers zijn? Als de
V. V.D. zegt dat de factoren en de uitgangspunten van het door deze frac
tie ingediende initiatiefvoorstel nog van kracht zijn, dan heb ik sterk de
indruk dat men nu onder invloed van de economische motieven een ander
standpunt inneemt. Wij zullen duidelijk moeten zeggen waar wij voor
kiezen. Wij zullen daarover geen misverstand moeten laten bestaan. Ik
kan nu nog niet zeggen hoe de verschillende mensen van onze fractie de
voorstellen tegemoet zullen komen» Wij zullen graag de discussie en de
mening van het college afwachten.
Tenslotte zou ik evenals de heer Sandberg aandacht willen vragen
voor dat zotte verkeersknooppunt Reigerstraat-Kasteelplein.
De heer VAN OS: Wij hebben uw voorstel gelezen en herlezen en wij
hebben de documentatie bekeken, ook in het informatiecentrum. Ik moet
u zeggen dat ik niet snap wat u wilt. Ik heb de indruk dat het college de
kool en de geit en de auto's en de winkeliers en de horeca en de trottoirs
en het geld en de stenen en de activiteiten en het uiteindelijke doel pro
beert te sparen. Ik dacht dat dat onmogelijk was. U hebt niet overtuigend
aangetoond dat het wél mogelijk is; dat missen wij in uw voorstel te enen
male. Wij hebben de vorige keer gezegd dat de Grote Markt verkeersvrij
zou moeten zijn en zo veel mogelijk toegankelijk voor voetgangers. Dat
kan niet ineens; laten wij bescheiden beginnen, is toen gesteld. Ik herin
ner mij een gesprek over de verkeerssituatie. Het betrof het rondjesrijden
van de auto's. Dat was ook de bedoeling, zei wethouder Van Dun. Ik heb
toen nog enkele andere mogelijkheden gesuggereerd om het nog moeilij
ker te maken, maar dat hoefde kennelijk niet. Indertijd moest het moei
lijk zijn. Nu maken wij het weer gemakkelijk. Nu kan men op de Markt