408 12 APRIL 1973 komen, men kan rondrijden en men kan doorrijden. Men kan er af en men kan er op. Wat willen wij nu eigenlijk? Willen wij er een voetgan gersdomein van maken of niet? Graag zou ik onderstrepen wat de heer Sandberg heeft gezegd over de informatie aan vreemdelingen. Iemand, die nietsvermoedend de stad Breda nadert wordt, als hij het centrum be reikt, voor geweldige problemen gesteld. Hij ontdekt eerst een grote verkeersweg dwars door de stad heen, vindt betrekkelijk weinig aanwij zingen waar hij zich bevindt en waar hij zijn auto kwijt kan, komt uit eindelijk in een of ander circuit terecht, komt er inderdaad aan dezelf de kant weer uit en rijdt -- dat ben ik met de heer Sandberg eens -- door naar Tilburg om daar zijn inkopen te doen. Als wij zelfs niet het geld hebben om vreemdelingen te informeren hoe het met het voetgan gersdomein in onze stad gesteld is kunnen wij beter ophouden. Dit half bakken gedoe lijkt nergens op. Ik kan mij heel goed voorstellen dat er weinig initiatieven ontplooid zijn om de Grote Markt aantrekkelijker te maken want de winkeliers weten eigenlijk niet waar zij aan toe zijn. Eerst zouden er alleen voetgangers komen, maar later hebben wij, om dat dat een aantal moeilijkheden opleverde, besloten er toch auto's toe te laten. Men weet niet of de Grote Markt nog ooit helemaal verkeers vrij wordt, al wordt dat in het voorstel wel gesuggereerd. Het is hache lijk om onder die omstandigheden plannen te maken om het zuidelijk gedeelte aan te kleden. Het zuidelijk gedeelte van de Grote Markt leent zich daarvoor naar mijn mening aanmerkelijk gemakkelijker dan het noordelijk gedeelte. Daarbij komt het probleem dat op het zuidelijke gedeelte de markt doorgang moet kunnen vinden. Als wij daar geen op lossing voor vinden, als er geen creatieve geest opstaat die ons daarvoor een oplossing aan de hand doet, dan moeten wij gewoon zeggen dat het hele feest niet doorgaat. Dan doen wij niets aan het zuidelijke gedeel te en dan mogen er wat mij betreft ook auto's rijden, maar dan moeten wij niet zeggen dat het uiteindelijke doel het verkeersvrij maken van de Grote Markt is, want dat zal dan niet lukken. Ik zou hiermee in eerste instantie willen volstaan. Ik snap de bedoeling van het voorstel niet en ik hoop dat daarover tijdens de discussie enige duidelijkheid komt. De heer VON SCHMID: Toen de heer Van Os zojuist sprak over voet- gangersvrij -- het bleek later een vergissing te zijn -- dacht ik dat wij een totaal andere oplossing van het Grote Markt-probleem voorgelegd zouden krijgen. Mevrouw Paulussen heeft gelijk als zij zegt dat wij in eerste instantie moeten uitgaan van datgene waarmee wij nu al zo lang bezig zijn. Ik wil niet nog eens de nadruk leggen op het ontmoetingsas pect, maar ook eens wijzen op het feit dat de Markt als mooi centrum van Breda een aantrekkelijke mogelijkheid kan bieden voor een voet gangersdomein. Ik herinner even aan het initiatiefvoorstel dat de V. V. D. indertijd heeft gedaan om de Markt in één keer auto-vrij te maken. Ik was daar in eerste instantie erg voor, maar nadat de wethouder, naar mijn mening heel terecht, had gewezen op de belangen van de ondernemers, heb ik gezegd dat er inderdaad gefaseerd en tevens geëxperimenteerd moest worden. Bekeken moest worden of het gerealiseerd kon worden zon der dat de bedrijven op de Grote Markt schade zouden lijden. Ik geloof dat het juist is geweest dat wij met een gedeeltelijke sluiting begonnen zijn. Nu meen ik echter te moeten constateren dat dat een mislukking is geworden. Over de merkwaardige verkeerssituatie zal ik niets meer zeggen want daarover is al zoveel gezegd dat er hele komische bladen mee gevuld zouden kunnen worden. Ik moet er overigens direct bij zeggen dat het moeilijk is om de Markt op een andere manier af te sluiten. Ik zie de verkeersknoop bij de Reigerstraat als een probleem dat ik vanavond niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 408