ONTWERP 16 APRIL 1973 412 Aanwezig: MEVR. W. JaGER-MIDDELBEEK, MEVR. IR. E. M. VAN NES-BRANDS, MEVR. M. L.A. PAULUSSEN, MEVR. J.A.W. VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL, MEVR. D. H. J. WILLEMS-VAN DOORN en de heren DRS. P. L. E. AMERICA, L. A. M. VAN BANNING, H. BIEMANS, H. BROEDERS, J. L. G. BROOIMANS, P. J. VAN CAULIL, C.J. CRUL, D.J. D. DEES, J.P.A. VAN DUN, C.A. VAN DUIJL, F. P.M. FROGER, J. G. W. GEENE, G. H. J. GIELEN, J. P. M. GOOS, J.A. VAN GRAAFEILAND, A.M. JANSEN, P. M. J.F.X. KOERTSHUIS, A. B. KRAMER, DRS. J. H. H. MANS, IR: H. J. VAN MERKOM, L. Ph. VAN OS, J. H. M. QUADEKKER, A. H. W. M. DE RAAFF, JHR. R. G. P. SANDBERG, JHR. DRS. F.A. VON SCHMID, DRS. J.H. SEVERENS, A. SPANJER, J. P. W. A. A. M. TAKS, J. C. A. M. VEELENTURF en J.A. VAN DEN WIJNGAARD. Afwezig met kennisgeving: de heren A. KROON, A. W. VAN LOON, A. C. W. M. MENSEN en G. A. ROOZENBOOM. Voorzitter: de heer IR. W.J. L. J. MERKX. Secretaris: de heer DR. J. P. A. VAN DEN DAM. Voor de agenda wordt verwezen naar de notulen van de ver gadering van donderdag 12 april 1973. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit waarvan de tekst is opgenomen in artikel 11 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. 23. bijlage nr. 137 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET UITVOE REN VAN ENIGE BESTRATINGSWERKEN IN HET KADER VAN DE RECONSTRUCTIE VAN DE GROTE MARKT. De VOORZITTER: Afgelopen donderdag hebben wij de debatten in eerste termijn van de kant van de raad afgesloten. Het college zal thans antwoorden; ik geef het woord aan de heer van Dun. Wethouder VAN DUN: Men zal zich kunnen voorstellen dat het voor het college niet eenvoudig is op dit ogenblik met de raad te spreken over een preadvies van het college van burgemeester en wethouders dat blijkens de beraadslagingen van verleden week don derdag niet de onverdeelde sympathie van de gehele raad heeft. Aan de andere kant meen ik dat het goed is bij het antwoord in eerste termijn van het college en bij de debatten in tweede ter mijn te proberen te bereiken dat de situatie op de Grote Markt niet dermate noodlijdend wordt dat ook de reconstructie en de definitieve fase van de Grote Markt straks verwezen zullen kun nen worden naar de fabeltjeskrant. Ik heb er behoefte aan een klein stuk van de historie bij de raadsleden in de herinnering te roepen, namelijk de wijze waarop de huidige situatie van de Grote Markt tot stand is gekomen. Men weet dat de Grote Markt in de zienswijze van dit college -- dit is terug te vinden in het preadvies -- uiteindelijk zal moeten uit groeien tot een geheel verkeersvrij gebied in Breda waar het ge- meenschaps- en ontmoetingsgebeuren dat wij ons daar allen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 412