428 16 APRIL 1973 Ik heb begrepen dat de gehele raad geen bezwaar heeft tegen het krediet, Wij proberen op een termijn van een half jaar met de begeleiding van de commissie van advies en bijstand voor de ruim telijke ordening elkaar de cijfers te geven die weer een volgende fase kunnen betekenen in de algehele autovrijmaking van de Grote Markt. Op die manier kunnen wij te weten komen in welk tempo wij kun nen gaan faseren. Ik heb gezegd dat de heer von Schmid te optimistisch is ge weest over de weekmarkt. Thans blijkt dat ik hem verkeerd be grepen heb: ik ben evenals de heer von Schmid over de weekmarkt enigszins pessimistisch. Hoewel dit onderwerp niet in mijn porte feuille zit, ben ik persoonlijk van mening dat wij condities voor de weekmarkt zullen moeten scheppen. Op de lange duur kunnen vaste "ornamenten" op de Grote Markt gesticht worden met instandhouding van de weekmarkt. Van de weekmarkt moet de elasticiteit gevraagd worden dat zij zich uitstulpt rondom de Grote Markt in de richting van Veemarktstraat, Brugstraat en Kerkplein. Ik geloof dat dit moge lijk is maar ik deel de mening van de heer von Schmid dat dit pro ces ook gevoelsmatig niet gemakkelijk zal verlopen en lange tijd zal vereisen. De heer von Schmid heeft gezegd: "Wij gaan maar weer wat experimenteren". Dit doen wij omdat men door het handhaven van de huidige situatie geen rekening houdt met de problematiek van de middenstand van de Grote Markt. Bovendien is een groot bezwaar tegen de motie van mevrouw Paulussen dat wij door deze te volgen in oktober een discussie in de raad gaan voeren die precies dezelfde is als die wij nu voeren. Wij zullen dan wéér geen cijfers hebben en wij zullen ons -- met alle respect voor de verstandige opmer kingen -- weer verliezen in kretologieën. Hoe bereikt men de binnenstad, nu wij zoveel "troep" gaan maken? De heer von Schmid wil zelfs weten hoe het weer in Breda is. Weer of geen weer, ik meen dat De heer VON SCHMID: Ik weet wel hoe het weer is. Het gaat om de mensen die hiernaartoe komen! Wethouder VAN DUN: Het gaat om twee categorieën. Wij moeten nu niet zo'n hoge pet ophebben van alle mensen die naar Breda toe komen maar wij mogen natuurlijk ook denken aan de Bredanaars zelf. Ik meen dat de Bredanaars zelf een deugdelijke begeleiding zouden kunnen hebben in de vorm van een reguliere perspublikatie. Ter zijde zij opgemerkt dat ik van mening ben dat de experimenten en het program van actie daarvoor in overleg met de commissie van advies en bijstand in enkele weken op papier gezet moeten worden en geëtaleerd moeten worden aan Breda en de belanghebbenden. Daarnaast ben ik gelukkig dat op initiatief van de heer Sand- berg in de raad een stadsbewegwijzering is goedgekeurd. De rich tingaanwijzing naar de binnenstad moet flexibel zijn om rekening te kunnen houden met de experimenten die wij gaan doen. Wij hebben het streven de bewegwijzering in de loop van deze zomer te gaan realiseren. De heer von Schmid heeft gezegd dat de voorstellen een "terug naar vroeger" inhouden. Ik ben dat niet met hem eens. Daarover kunnen wij overigens eindeloos discussiëren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 428