430 16 APRIL 1973 Op die manier ontloopt zij het probleem. Inderdaad is er ook met betrekking tot de verkeerscirculatie rondom de Grote Markt sprake van problemen, Als wij daar evenwel de enige oorzaak zoeken, ont trekken wij ons mijns inziens aan het probleem waarover wij van avond in feite spreken. Ik ben blij dat in de motie van mevrouw Paulussen de maand oktober wordt genoemd en dat daar niet in staat dat wij -- zoals zij in haar betoog in tweede instantie zei --in mei met pread viezen en cijfers moeten komen. Ik geloof dat dat niet verstandig zou zijn. Mevrouw Paulussen heeft gesproken over een werkgroep. Dit denk beeld vind ik zuiver hypothetisch. Het klinkt natuurlijk bijzonder leuk als men voorstelt alle betrokkenen in een groep bij elkaar te halen om preadvies uit te brengen. Ik wijs erop dat wij nu ander half jaar opereren met een commissie begeleiding Grote Markt waarin alle gemeentelijke diensten, alsmede de ondernemers van de Grote Markt, de B. B. A.de politie, de brandweer en het markt wezen -- zowel van het gemeentehuis als daarbuiten -- zijn ver tegenwoordigd. Het lijkt natuurlijk zeer plezierig alle betrokkenen bij elkaar te halen om de raad te adviseren maar de belangen tegenstellingen in een dergelijke groep zijn dermate groot, dat men op een gegeven ogenblik als er bijvoorbeeld zeventien aanwezigen zijn, zeventien minderheidsrapporten krijgt. Ik meen dat wij daar niet mee gediend zijn. Het idee spreekt aan maar is naar onze mening niet uitvoerbaar. Overigens merk ik op dat de B. B. A. op dit ogenblik volgens de besluitvorming van de raad geen belang hebbende is bij de situatie met betrekking tot de Grote Markt. De heer van Caulil voert in zijn woorden over de Markt een enigszins merkwaardige correlatie met dichtgemetselde muren ten tonele. Dat is waarschijnlijk een opmerking die voor zijn rekening komt; wij zijn gans niet van plan de Grote Markt af te breken. Ik geloof althans dat hij dat woord gebmikt heeft. De heer VAN CAULIL; Ik heb geen dichtgemetselde muren op de Grote Markt bedoeld; ik noemde ze in verband met andere gedeel ten van de stad. Wethouder VAN DUN: Dat is naar ik meen op het ogenblik niet aan de orde. Wij zijn de Grote Markt niet aan het afbreken; wij zijn aan het proberen de Grote Markt op lange termijn vrij te maken van auto's en vrij te maken van alle problemen die auto's met zich mee brengen. Bovendien proberen wij te voldoen aan wat de consument wil. Dat is ons enige doel en als de heer van Caulil dat vertaalt als de "afbraak van de Grote Markt", bekijkt hij het naar mijn smaak uit De heer VAN CAULIL: Ik hoef het toch geen drie keer te her halen? Ben ik niet duidelijk? Ik heb al gezegd dat ik volstrekt niet heb bedoeld wat de wethouder nu zegt. Ik heb gesproken over dicht gemetselde muren in bijvoorbeeld de Leuvenaarstraat en de Middel laan. Ik heb ervoor gewaarschuwd dat er plannen zijn die wij hele maal niet uitvoeren. Wethouder VAN DUN: De heer van Caulil zal het mij niet kwa lijk kunnen nemen dat ik reageer op wat hij heeft gezegd. Hij heeft gesproken over afbraak op de Grote Markt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 430